Opstellen, monteren en aansluiten
Toevoer van
koellucht
Gebruikslocatie
Vacuümtoepassi
ng
20
8 Opstellen, monteren en aansluiten
Sluit de pomp alleen aan volgens de bedrijfsparameters en -
voorwaarden die in hoofdstuk 5 Technische gegevens zijn be-
schreven.
Neem de veiligheidsinstructies (zie hoofdstuk ) in acht.
à
Bewaar de pomp vóór de montage/aansluiting op de ge-
bruikslocatie om hem op omgevingstemperatuur te bren-
gen (er mag geen condensatie optreden).
WAAR-
SCHUWING
à
Zorg ervoor dat de gebruikslocatie droog is en de pomp
tegen regen, spat-, stuw-, en druppelwater en andere ver-
ontreinigingen is beschermd.
à
Kies een veilige locatie (vlakke ondergrond) voor de
pomp.
à
Bescherm de pomp tegen stof.
à
Bescherm de pomp tegen trillingen, schokken en uitwen-
dige beschadiging.
8.1 Pomp aansluiten
1. Verwijder de beschermkapjes in de gasaansluitingen van
de pomp aan de zuig- en perszijde.
2. Accessoires, aanzuigfilter of geluidsdemper monteren (in-
dien aanwezig).
Voor vacuümtoepassing draait u de slangpilaar (zie Afb. 2/5)
in de zuigzijde van de pomp. De geluidsdemper (zie Afb. 2/4)
of uw systeemcomponenten draait u in de drukzijde van de
pomp.
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies,
Laboratoriumpomp Laboport® N96
Brandletsel door hete oppervlakken
Door oververhitting van de pomp kun-
nen er hete oppervlakken ontstaan.
à
Let er bij de installatie van de
pomp op dat er voldoende toe- en
afvoer van koellucht is gegaran-
deerd.
nederlands, KNF 323241-323242 06/20