Behuizing voor max. 3 pompen DOS-G2 M.-Nr. 05 572 530
Dit onderdeel moet worden gebruikt bij montage van de doseerpomp DOS-P2. De set omvat
de onderdelen voor het inbouwen van maximaal 3 doseerpompen:
– aansluitslangen
– bedradingsmateriaal
– bevestigingsmateriaal
(is de machine voorzien van deze montageset en van de DOS-P2 M.-Nr. 05 573 160, dan
vervallen de punten 8. - 8.4)
Standaard voor max. 3 pompen DOS-S M.-Nr. 04 814 240 (optie)
Aan deze standaard kan een DOS-G2-behuizing voor max. 3 pompen worden gemonteerd. De
set bestaat uit:
– een complete standaard
– bevestigingsmateriaal voor de behuizing en de impregneerpomp
(is de machine voorzien van deze montageset, dan vervallen de punten 9. - 9.3)
Ga als volgt te werk:
^ 1. Maak het apparaat spanningsvrij!
^ 2. Demonteer het machinedeksel.
^ 3. Afhankelijk van de slang(en): Boor het juiste aantal tuitjes op de inspoelkast op (boor
C 4,0 / 6,0 / 9,0 mm). Gebruik eerst de onderste tuitjes (afbeelding 1).
^ 4. Steek de betreffende doseerslang op het opgeboorde tuitje en bevestig de slang met een
klem b (afbeelding 1).
^ 5. Bij zuren, bleekmiddelen en soortgelijke chemicaliën moet vóór de inspoelkast een
terugslagklep (DOS-R M.-Nr. 05 571 620) in de doseerslang worden aangebracht. Snijd de
slang hiertoe vóór de inspoelkast door. Steek beide uiteinden in de terugslagklep en draai de
slangen vast. Let op de met een pijl aangegeven stroomrichting b (afbeelding 2).
^ 6. Monteer de houder c aan de inspoelkast (afbeelding 2).
Draai daartoe de schroeven d van de inspoelkast los en zet daarmee de houder vast
(afbeelding 2).
^ 7. Fixeer de doseerslangen met kabelbinders e aan de houder (afbeelding 2).
8. Montage van de doseerpomp in het pomphuis
^ 8.1 Monteer een wartel PG 13,5 met contramoer in de bodem van de behuizing (afbeelding
3, pos. 8, 9).
Monteer wartels PG 9 met contramoer overeenkomstig de te monteren pompen (afbeelding
3, pos. 1-7). Sluit de resterende openingen af met afsluitdoppen met contramoer.
30
M.-Nr. 05 648 960/01