InstallatIe
vertIcaal
5.3 Dakhaken monteren
A
afstand dakhaken
mm 2080
f verwijder de dakpannen tot aan de volgende dakspant
of verschuif de pannen. let erop dat de dakhaken in een
golfdal moeten liggen.
1
1 dakhaak
f Bevestig iedere dakhaak met minstens twee houtschroe-
ven aan de dakspanten.
f stel de dakhaken ten opzichte van elkaar af. gebruik de
onderlegplaten om de hoogtes te egaliseren.
f span een richtlijn tussen de buitenste dakhaken van het
geplande collectorveld. lijn alle andere dakhaken hierop
uit.
f plaats de dakpannen terug.
sol Bp
B
B
A met R1
A met R2
900
1220
-400
±200
5.4 Collectorlijst monteren
f schroef de collectorlijst op de onderste dakhaak door het
tweede boorgat.
f schroef de collectorlijst op de bovenste dakhaak door een
geschikt slobgat.
±200
8 schroef m10 x 20
5.5 Profielrails monteren
2
2 collectorlijst
4 profielrail
voor de bevestiging van de profielrails zijn het tweede en on-
derste boorgat van de collectorlijst voorzien.
5.5.1 Bovenste profielrail
f steek links en rechts één schroef aan de zijkant in het ka-
naal van de bovenste profielrail.
f plaats de profielrail door de ingestoken schroeven door
het tweede boorgat in de collectorlijst te steken.
8
4
| 31