NL
Met verwijzing naar Afb.1:
1 ON/OFF-KNOP
2 PROGRAMMAKEUZEKNOP
3 STARTKNOP
Onder verwijzing naar Afb.2
•
Schakel de hoofdschakelaar van de elektriciteit in, open de waterkraan buiten de machine.
•
Controleer of de overstroombeveiliging aanwezig is.
•
Druk op de ON/OFF-knop (1).
•
De CONTROLEBALK (6) gaat branden en verandert van rood in groen om aan te geven dat
de controle heeft plaatsgevonden. Als er zich een ernstige storing voordoet, gaat de ledbalk
branden met rood licht en wordt de werking van de machine onderbroken. Een niet-ernstige
fout wordt weergegeven met een oranje kleur en maakt het mogelijk het werk voort te zetten.
•
Bij de modellen met ingebouwde ontharder (*optional) moet de START-knop (3) worden
ingedrukt om het vollopen te laten beginnen. Bij machines zonder ontharder begint het
vollopen automatisch wanneer de machine ingeschakeld wordt.
•
De punt op het display knippert totdat het juiste niveau bereikt is.
•
De STATUSBALK (5) gaat van boven naar beneden branden om aan te geven dat de
machine opgewarmd wordt.
•
Wanneer de werktemperatuur wordt bereikt, blijft de STATUSBALK (5) groen branden.
•
De optimale afwasomstandigheden zijn nu bereikt.
Voor een goede werking van de machine moeten de volgende regels worden opgevolgd, onder verwijzing
naar Afb.3:
•
Gebruik het juiste rek, vul het zonder het te overbelasten en stapel de vaat niet op.
•
Spoel de vaat altijd eerst voor. Zet geen vaat in de afwasmachine met ingedroogde en harde resten.
•
Zet lege houders omgekeerd in het rek.
•
Zet borden en dergelijke altijd schuin in het hiervoor bestemde rek, met de bovenkant naar voren.
•
Zet het bestek in de daarvoor bestemde bak, met de handgrepen naar beneden.
•
Zet geen zilveren en roestvrij stalen bestek in hetzelfde bestekbakje, omdat het zilver hierdoor zwart kan
worden en het staal mogelijk kan gaan roesten.
•
Was de vaat meteen na gebruik af, om te voorkomen dat etensresten hard worden en aankoeken.
•
Gebruik alleen vaatwerk dat helemaal heel is en geschikt is om in de afwasmachine te worden
afgewassen.
•
Kies het afwasprogramma dat geschikt is voor het vaatwerk dat afgewassen moet worden door
herhaaldelijk op de PROGRAMMAKEUZEKNOP (2) te drukken. Het display geeft het nummer
van het afwasprogramma aan (Afb.4).
•
Druk om het programma te starten op de START-knop (3); de STATUSBALK (5) begint van
beneden naar boven te knipperen met oranje licht om de voortgang van het programma aan te
geven.
•
Als het programma ten einde is gaat de balk met groen licht branden (Afb.5).
•
Om het drogen te versnellen moet het rek na het afwasprogramma meteen uit de machine
getrokken worden.
•
Om de afwascyclus eerder te beëindigen, drukt u op de START-toets (3).
NB In de versies met klep wordt na het eerste programma automatisch de automatische
start geactiveerd: d.w.z. dat de volgende programma's automatisch starten bij het sluiten
van de klep. Deze modaliteit wordt op het display gesignaleerd door de indicatie "AS".
Pag. 6 van 12
HANDLEIDING VOOR AFWASMACHINES
Hfdst 4 GEBRUIK VAN DE MACHINE
4.1 Legenda en symbolen
4 INFORMATIEDISPLAY
5 STATUSBALK (LEDS)
6 CONTROLEBALK (LEDS)
4.4 Programmakeuze en -start
4.2 Aanzetten
4.3
Voorbereiding rek