Laden en gebruiken
1. Kopstuk (201) afschroeven, patroon (kal. 9 x 17 mm) met het slaghoedje naar boven plaatsen.
De sterkte van de patroonlading is d.m.v. een gekleurde ring op het slaghoedje aangegeven.
Groen: zwakke lading - voor varkens en kleinvee (kalveren,schapen)
Artikel nr. 3409899-GRE
Geel
:
middel lading – voor koeien, paarden, en lichte ossen
Blauw :
sterke lading – voor zware ossen en stieren
Rood :
extreem sterke lading – voor de zwaarste dieren
Artikel nr. 3409899-RED
2. Kopstuk (201) naar rechts vast schroeven. Opletten dat de ringveer (212) niet verdraaid is. De
opening moet tegenover de trekker liggen.
3. De slagpen (208) aan de slagpenhouder (209) uittrekken, tot de trekker hoorbaar aanspant.
Het apparaat is nu schietklaar.
4. Het apparaat doelmatig met beide handen vast op de schedel van het dier zetten – kopstuk
(201) met trekker en slagpen naar boven – trekker (211) in drukken, zodat het apparaat schiet,
opletten dat de trekker helemaal ingedrukt wordt.
5. Bij eventueel vastklemmen van de patroonhuls, kan deze losgemaakt worden d.m.v. de
uittrekker, die zich bevindt aan de trekker (211), in de inkerving, in het patroon magazijn
(= tussenstuk 202), te plaatsen en hem zodoende er uit te trekken.
6. Let op ! Bij het laden van het schietmasker en bij het spannen van de slagpen (208) de loop
zo houden dat deze niet op personen gericht is. Het spannen mag alleen gedaan worden als er
direct daarna ook daadwerkelijk geschoten wordt.
Het schietmasker mag niet aan de loopopening vastgehouden worden.
Het apparaat steeds vast op de schedel van het dier zetten, niet schuin houden ! Onderste
einde waaruit de schietpen komt, nooit tegen het lichaam houden, ook niet bij onderzoeking
van storingen van het apparaat. Geladen schietmaskers, bij niet direct afvuren, moeten ontladen
worden.
7. Bij storing van het apparaat moet men als volgt handelen ( Let op : de slagpen (208) mag niet
gespannen zijn) : Kopstuk afschroeven en het patroon eruit nemen. Kijken of de slagpen nog in
orde is. De slagpen moet zo ingesteld zijn, dat de pin bij een ongespannen apparaat niet over
de stootbodem in het patroon magazijn indringt. Reparaties mogen alleen uitgevoerd worden
door de fabrikant, of door de fabrikant ingestelde instanties. De gebruiker mag alleen de door
de fabrikant betekende reserve onderdelen vervangen.
Deze reserve onderdelen zijn; Schietpen (205) – rubber demper (216) – Schietpen veer (215).
2
Schietmasker Blitz-Kerner
4309840/28-03-2012/F