SATEL
•
van 0 tot 7 als deze aangesloten wordt op een andere INTEGRA of INTEGRA Plus alarmsysteem.
Het adres moet anders ingesteld worden dan de andere apparaten aangesloten op de bediendeel bus
van het alarmsysteem (het alarmsysteem ondersteund geen apparaten met hetzelfde adres).
2.2 Module aangesloten op een VERSA alarmsysteem
Adres 4 moet in de module worden ingesteld. Geen bediendeel met adres 4 mag worden aangesloten
op het alarmsysteem.
3. Installatie
Het alarmsysteem dient door gekwalificeerd personeel geïnstalleerd te worden.
Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen maakt.
Het apparaat is ontworpen om gebruikt te worden in lokale netwerken (LAN). Deze mag
niet direct verbonden worden met publieke netwerken (MAN, WAN). Aansluiting op een
publiek netwerk mag alleen op een router of xDSL modem.
De module dient binnen geplaatst te worden, in een ruimte waar een normale luchtvochtigheid
aanwezig is.
1. Installeer de module print in de behuizing. Installeer de module in de behuizing van het
alarmsysteem. Dit vergemakkelijkt het aansluiten van de RS-232 poorten van het alarmsysteem
en de module, wat nodig is als het alarmsysteem geconfigureerd dient te gaan worden via
Ethernet met het DLOADX programma.
2. Stel het module adres in (zie "Adres instellen").
3. Sluit de +12V, COM, DTM en CKM aan op de desbetreffende aansluitingen van het alarmsysteem
(Afb.
2). Om de aansluiting te maken wordt aanbevolen om niet afgeschermde kabel
te gebruiken. Bij gebruik van het twisted pair type kabel dient u rekening te houden dat de CKM
(clock) en DTM (data) signalen niet verzonden mogen worden door één getwist ader paar. Alle
aders moeten in één kabel zitten.
4. Sluit de sabotageschakelaar aan op de TMP en COM aansluitingen . Of sluit de TMP aansluiting
kort met de COM aansluiting.
5. Sluit de module aan op Ethernet netwerk. Gebruik een kabel welke geschikt is voor
de 100BaseTX standaard (gelijk aan wat gebruikt wordt voor het aansluiten van een computer op
het netwerk).
6. Zet de voeding op het alarmsysteem.
7. Start de identificatie procedure op in het alarmsysteem (zie de installatiehandleiding van het
alarmsysteem). De module zal worden geïdentificeerd als een "ETHM-1" of als "ETHM+GSM"
(indien de INT-GSM / INT-GSM LTE module aangesloten is op de RS-485 poort).
8. Configureer de module (zie hiervoor de volledige handleiding).
9. Indien het alarmsysteem geconfigureerd moet worden via het Ethernet (TCP/IP) netwerk met
gebruik van het DLOADX programma, sluit dan de RS-232 poort van de module aan op
de RS-232 poort van het alarmsysteem. Afhankelijk van het alarmsysteem dient de verbinding
met één van de volgende kabels worden gemaakt:
INTEGRA met PIN5 type aansluiting: PIN5/PIN5
INTEGRA / INTEGRA Plus met RJ type aansluiting: RJ/PIN5
VERSA: PIN5/RJ-TTL
Bovengenoemde kabels zijn verkrijgbaar via www.osec.nl
De verklaring van overeenstemming kan worden geraadpleegd op www.satel.eu/ce
ETHM-1 Plus
13