Voed geen elektro-afrastering met twee toestellen.
Zorg ervoor dat stroomvoerende draden van twee toestellen niet op hetzelfde of
naburige percelen minder dan 2,5 m van elkaar verwijderd zijn.
Plaats de aardingselektrode van het toestel niet op minder dan 10 m van enig
gedeelte van een aardingssysteem van stroomvoorziening of telecommunicatie.
Draden van elektro-afrasteringen mogen niet over of dichtbij bovengrondse
stroomdraden of communicatiekabels verlopen.
Definities van gebruikte vakuitdrukkingen
Apparaat/lader/laadapparaat/elektro-afrasteringsapparaat
bedoeld om met tussenpozen stroomimpulsen te geven aan een eraan gekoppelde
afrastering.
Afrastering
– Een barrière die om dieren in/uit te sluiten of uit veiligheidsoverwegingen
wordt ingezet, bestaande uit een of meer geleiders zoals draden, pennen of rails van
metaal.
Elektrische afrastering
geïsoleerd van de aarde, en die stroomimpulsen krijgt van een apparaat.
Afrasteringscircuit
zijn of kunnen worden aangesloten (galvanisch) op de afrasteringsaansluitingen.
Aarde-elektrode
wordt geplaatst en elektrisch met de aarde-aansluiting van het apparaat wordt
verbonden, maar wel afhankelijk werkt van andere aarde-apparatuur.
Aansluitdraad
– Een elektrische geleider die wordt gebruikt om het apparaat aan te
sluiten op de elektrische afrastering of de aarde-elektrode.
Elektrische weide-afrastering
dieren binnen of buiten een bepaald gebied te houden.
– Een barrière bestaande uit een of meer geleiders die zijn
– Alle geleidende delen of componenten binnen een apparaat die
– Metalen constructie die in de buurt van een apparaat in de grond
– Een elektrische afrastering die wordt gebruikt om
– Een apparaat dat is
47