Nederlands
TOETSEN
BOVEN- EN VOORKANT (Zie 1)
1 LIFT TO OPEN - hier tillen om CD-vak deksel te
openen.
2 PROG
CD: - om nummers te programmeren en om het
programma te controleren;
Tuner: - om een zender te programmeren.
3 MODE - om de verschillende manieren van afspelen te
kiezen: REPEAT of SHUFFLE (in willekeurige volgorde).
4 VOLUME 3 , 4 - om het volume in te stellen.
-
+
PRESET
,
(omhoog, omlaag) - om af te stemmen
op een geprogrammeerde zender.
5 Display - geeft informatie over het apparaat.
6 2; - om het afspelen van een cd te beëindigen en
om een cd-programma te wissen.
9 - om het cd-vak te openen / te sluiten.
SEARCH ∞ , §
CD: - om binnen een nummer vooruit of terug te zoeken;
- om naar het begin van het huidige/vorige/ vol-
gende nummer te gaan.
RADIO: - (omlaag, omhoog) om af te stemmen op
een radiozender.
7 DBB (Dynamic Bass Boost) - om de lage tonen te versterken.
8 CASSETTE RECORDER toetsen:
RECORD 0 - om een opname te starten.
PLAY 1 - om het afspelen te starten.
SEARCH 5 / 6 - om de cassette versneld vooruit/
terug te spoelen.
OPEN•STOP 0 9 - stopt het bandje en opent het
cassettevak
PAUSE ; - om het opnemen of afspelen te onderbreken.
9 POWER -schakelaar - om de geluidsbron TAPE/
MW / FM / CD te kiezen en om het apparaat uit te
zetten (TAPE/ OFF).
BACKPANEL (Zie 1)
0 Telescoopantenne - om de FM-ontvangst te ver-
beteren.
! Batterijvak - voor 6 batterijen, type R-14, UM2
of C-cells.
@ AC MAINS - aansluitbus voor het netsnoer.
ñ
Batterijen niet weggooien,
maar inleveren als KCA.
STROOMVOORZIENING
LET OP
Het gebruik van de toetsen en regelingen of het
toepassen van de aanwijzingen anders dan hier
beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaar-
lijke straling of tot onveilige werking.
STROOMVOORZIENING
Wilt u de batterijen sparen, gebruik dan zo vaak als u
kunt de netvoeding. Let erop dat u het netsnoer uit het
apparaat en het stopcontact haalt voor u de batterijen
in het apparaat plaatst.
Batterijen (niet meegeleverd)
• Open het batterijvak en plaats er zes batterijen in,
type R-14, UM-2 of C, (bij voorkeur alkaline) op de
juiste manier. (Zie 6)
BELANGRIJK!
• Door verkeerd gebruik kunnen batterijen gaan
lekken waardoor roest ontstaat in het batterijvak of
waardoor de batterijen kunnen openbarsten.
• Gebruik geen verschillende types batterijen door
elkaar, bijvoorbeeld alkaline met zink-koolstof.
Gebruik voor het apparaat enkel batterijen van het-
zelfde type.
• Als u de batterijen vervangt, gebruik dan geen oude
en nieuwe batterijen door elkaar.
• Batterijen bevatten chemicaliën en moeten
daarom op de juiste manier ingeleverd worden.
Gebruiken van de netvoeding
1. Controleer of de netspanning op het typeplaatje
op de achterkant van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Is
dit niet het geval, neem dan contact op met uw
leverancier of serviceorganisatie.
2. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcon-
tact. Het apparaat is nu klaar voor gebruik.
3. Trek de stekker uit het stopcontact als u de
netvoeding helemaal uit wilt schakelen.
Het typeplaatje bevindt zich op de onderkant
van het apparaat.
Dit apparaat voldoet aan de radio-ontstoring-
seisen van de Europese Unie.
STROOMVOORZIENING
BASISFUNCTIES
Aan- en uitzetten en selecteren van de geluids-
bron
1. Beweeg de POWER-schakelaar naar MW
(AM), FM of TAPE, en bedien door middel van
bijbehorende toetsen.
2. Het apparaat staat uit wanneer de POWER-
schakelaar op TAPE/OFF staat en de toetsen
van de cassetterecorder ontgrendeld zijn.
Opmerking : Wanneer het toestel uit is bewaart
het geheugen: de geprogrammeerde zenders, de
lage tonen en geluidsstanden (tot maximaal 20
Instellen van het volume en het geluid (Zie 2)
1. Stel de geluidssterkte met behulp van de VOLUME
toets in.
™ In het display wordt het volumeniveau
weergegeven door vol en een cijfer van 0 tot
32.
2. Druk op DBB om het versterken van de lage tonen
(Dynamic Bass Boost) in en uit te schakelen.
™
wordt aangegeven, als de versterking
van de bassen geactiveerd is.
DIGITALE TUNER
DIGITALE TUNER
Afstemmen op een radiozender
1. Kies de bron MW / FM.
™ Door radio frequentie, golflengte en, als het
een geprogrammeerde zender betreft,
voorkeurnummer. (Zie 3)
2. Houd SEARCH ∞ of § ingedrukt en laat los als
de frequenties op het display beginnen te lopen.
™ De radio stemt automatisch af op een zender
die sterk genoeg is. Tijdens het automatisch
zoeken verschijnt in het display Srch.
3. Herhaal indien nodig stap 2 tot u de gewenste
zender gevonden heeft.
• Om af te stemmen op een zwakke zender: druk
herhaaldelijk kort op ∞ of § tot de ontvangst optimaal
is.
Verbeteren van de radio-ontvangst:
• Voor FM moet u de telescoopantenne uittrekken.
Klap de antenne neer en draai deze. Als het signaal
te sterk is, schuif dan de antenne in elkaar.
• Voor MW , heeft het apparaat een ingebouwde
antenne zodat de telescoopantenne niet nodig is.
Richt de antenne door het hele apparaat te
draaien.
Programmeren van radiozenders
U kunt in het totaal 30 radiozenders (20 FM en 10
MW) in het geheugen opslaan, handbediend of
automatisch (Autostore).
Handbediend programmeren
1. Stem af op de gewenste zender (zie Afstemmen
op een radiozender).
2. Druk op PROG om te beginnen met
programmeren.
™ PROG knippert.
-
+
3. Druk op PRESET
/
één of meerder malen om
af te stemmen op een geprogrammeerde zender.
4. Druk opnieuw op PROG om te bevestigen.
5. Herhaal deze vier stappen om nog meer zenders
op te slaan.
Opmerking : Ukunt een geprogrammeerde zender
wissen door een andere frequentie op dezelfde
plaats op te slaan.