Instellingen
Als er meerdere Tele-Control of andere afstandsbediening-eenheden op dezelfde lokatie (in de
buurt van elkaar) worden gebruikt, dan kan de instelling van de afstandsbedieningen worden
veranderd om interferenties (storingen) te voorkomen.
De Tele-Control-eenheid heeft 5 kanalen (A-E) die op de afstandsbediening ingesteld kunnen
worden. De instelling moet ook op de op afstand te bedienen stopcontacten gebeuren, zodat de
instellingen van de apparaten onderling overeenkomen. Er kunnen meerdere stopcontacten met
één knop of één stopcontact per knop (1-5) in- of uitgeschakeld worden.
Instellen van het radiokanaal op de afstandsbediening:
Zet de schakelaar in het batterijcompartiment op het gewenste kanaal A-E (zie afbeelding )
Instellen van het radiokanaal van ieder stopcontact:
De instelling moet aan de achterzijde van het stopcontact gedaan worden. Gebruik een
schroevendraaier om de behuizing te openen en stel het kanaal in. De afstandsbediening moet
op hetzelfde kanaal ingesteld worden als die van het stopcontact (A-E). De dip-switches 6-10
corresponderen met de knoppen 1-5.
Kanaal=dip-switch: A=1, B=2, C=3, D=4, E=5
Knop=dip-switch: 1=6, 2=7, 3=8, 4=9, 5=10
Afbeelding 3
LED rood
Voorbeeld 1
Kanaal A, dip-switch 1
Apparaat is geschakeld 1+6
Afstandsbediening
Kanaal A. Dip-switch 1+6
Kanaalinstelling A-E
Dip-switch instelling 1-10
Ontvanger
15
Kanaal A. Dip-switch 1+6
Voorbeeld 2
Kanaal C, dip-switch 3
Apparaat is geschakeld 3+9
Afstandsbediening
Ontvanger
Kanaal C. Dip-switch 3+9