Introductie; Veiligheid; Configuraties; 3�1 Energiemeters - Nedap the PowerRouter Manual De Instalación

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 26

1 Introductie

Deze handleiding beschrijft de bedrading van de PowerRouter voor Eigenverbruik. Voor een juiste installatie moet deze handleiding worden
gebruikt in combinatie met de installatiehandleiding van de PowerRouter. Met de PowerRouter voor Eigenverbruik kunt u de door uzelf
opgewekte energie zoveel mogelijk zelf gebruiken en onafhankelijk zijn van het openbare elektriciteitsnet.

2 Veiligheid

!
Lees vóór het installeren of gebruiken van de PowerRouter alle instructies, opmerkingen en waarschuwingen met betrekking tot de
PowerRouter, de zonnepanelen en accubank, en tevens deze installatiehandleiding. Neem, voordat u de PowerRouter aansluit op het
openbare elektriciteitsnet, contact op met uw lokale energiebedrijf.
WAAR-
Zonnepanelen produceren elektrische energie (600V, 15A) bij blootstelling aan licht en kunnen dus een gevaar van elektrische schokken
SCHUWING
opleveren. De bedrading van de zonnepanelen mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Om kortsluiten van de accu te
voorkomen, gebruikt u een geïsoleerde ringsleutel.
De PowerRouter bevat geen repareerbare onderdelen. Voor alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden neemt u contact op met uw
installateur/dealer.

3 Configuraties

Voor uw PowerRouter zijn 2 configuraties mogelijk:
1
1.
Eigenverbruik zonder noodstroom (emergency backup)
2
2.
Eigenverbruik met noodstroom (emergency backup)
Het Eigenverbruik zonder backup maakt alleen gebruik van de aansluiting AC GRID. Het Eigenverbruik met backup maakt gebruik van zowel
de aansluiting AC GRID als de aansluiting AC LOCAL OUT op de PowerRouter. Het voordeel van het Eigenverbruik met backupfunctie is
9
dat in geval van een stroomonderbreking op het openbare elektriciteitsnet uw verbruikers zullen worden gevoed met door uzelf opgewekte
en/of opgeslagen energie
aansluitingen AC GRID en AC LOCAL OUT. De relaisspoel wordt bekrachtigd door de voeding vanaf AC GRID.
1
Indien er tijdens de stroomuitval geen zonlicht is, kunnen de verbruikers alleen de stroom uit de accu gebruiken. Als de accu leeg is, zal de stroom
alsnog uitvallen.
Over het algemeen is het stroomverbruik in de wintertijd hoger in verband met extra ingeschakelde lasten. Gecombineerd met een lagere zonopbrengst
2
(minder zonuren per dag) kan dit leiden tot leegstand van de accu.
Om dit te voorkomen heeft de PowerRouter een winterstand. In de winterstand wordt de accu geheel opgeladen en daarna van het systeem afgesloten.
Gevolgen hiervan zijn:
• Accu gaat volledig geladen de winter in. Dit bevordert de levensduur van de accu.
• Doordat de accu gedurende de in te stellen winterperiode niet gebruikt kan worden, is er dus ook géén noodstroomvoorziening vanuit de accu,
indien het elektriciteitsnet uitvalt.
De instellingen voor de winterstand staan standaard ingesteld op de periode van 1 december tot 1 februari. Deze instellingen kunnen via de installtool
gewijzigd worden.
Voor alle configuraties wordt aanbevolen om de PowerRouter zo dicht mogelijk bij de meterkast te installeren.
3�1 Energiemeters
U hebt minimaal 2 energiemeters (9e) nodig om de opgewekte, aangekochte en geleverde energie te bepalen. Afhankelijk van het type meter
3
kunt u óf 1 energiemeter met 1 telwerk plus 1 energiemeter met 2 telwerken gebruiken, óf 3 energiemeters met elk 1 telwerk gebruiken.
3�2 Stroomsensor
De stroomsensor (8a) meet de stroom op de fasedraad die van en naar het elektriciteitsnet gaat. Hiermee is de PowerRouter in staat de
4
energiebehoefte van de aangesloten verbruiker te bepalen. De stroomsensor is aangesloten op de CAN-bus van de PowerRouter. Verwijder
de afdekdop van de CAN-aansluiting uit de PowerRouter alvorens aan te sluiten.
5
Goed
6
Plaats de stroomsensor (8a) over de fasedraad (L) waar de PowerRouter op aangesloten is
7
Plaats de stroomsensor (8a) over de fasedraad (L) zodat de stroom gemeten wordt die naar en van het electriciteitsnet komt
Let op de richting van de stroomsensor (6): de pijl op de sensor moet in de richting van het openbaar elektriciteitsnet wijzen.
Fout
Plaats de stroomsensor (8a) niet op de N-leiding (neutraal) of de aardleiding (massa)
Plaats de stroomsensor (8a) niet tegelijkertijd op de N-leiding en de L-leiding
Plaats de stroomsensor (8a) niet over de L-draad die naar de verbruiker gaat
Zorg ervoor dat de stroomsensor (8a) niet in de richting van de energiemeter wijst
Plaats de stroomsensor (8a) niet over ongeïsoleerde draden
Plaats de stroomsensor (8a) niet op een andere fase dan die van de PowerRouter.
Gebruik een CAT5 UTP-kabel (8c) met een lengte van maximaal 10 meter en sluit deze kabel aan tussen de CAN-bus van de PowerRouter en
8
het UTP-koppelstuk (8b), waarop ook de stroomsterktesensor (8a) is aangesloten.
. Wanneer u de configuratie Eigenverbruik met backup gebruikt, moet u een extern relais installeren tussen de
1, 2
NL
19

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido