raken of onderdelen inslikken en
stikken.
Zorg ervoor dat u bij de montage
geen stroomleidingen beschadigt.
Richt de waterstraal nooit
op elektrische installaties.
Richt de waterstraal nooit
op personen of dieren.
Controleer of alle onderdelen
onbeschadigd en goed gemon-
teerd zijn.
Controleer de waterdruk volgens
de regels om te voorkomen dat
er water met hoge druk ontsnapt
en tot verwondingen leidt. Richt
de waterstraal niet op personen
of dieren.
Drink nooit van het water
dat u met het product ver-
plaatst. Het product is niet
geschikt voor drinkwater.
Het product is bedoeld
voor het leveren van wa-
ter uit vaste, plaatsgebon-
den installaties. Het mag
niet worden gebruikt voor
andere vloeistoffen.
Leg de uitgerolde slang alleen
plat op de grond. Vermijd om-
hoog staande bochten / lussen.
Over lussen kan men struikelen
hetgeen tot ongevallen kan leiden.
22 NL/BE
Laat de slang niet uit zichzelf
terug rollen. Voer de slang voor-
zichtig terug in de behuizing.
Laat de slang niet los wanneer
de automatische stopfunctie niet
is vastgeklikt.
Slipgevaar! Als de bodem nat
is, kunt u op de bodem uitglijden
en u bezeren. Zorg ervoor dat
de bodem in de buurt van het
product zo droog mogelijk wordt
gehouden.
Draai de waterkraan
dicht wanneer u het
product niet gebruikt.
Zorg ervoor dat u bij de montage
geen kabels, leidingen en water-
buizen beschadigt. Onderzoek
de montageplek met een leiding-
zoeker voordat u gaat boren.
Haal het product ‚s winters van
de wand en bewaar het op een
droge plek om vorstschade te
voorkomen.
Leg de slang niet om hoeken of
randen heen en niet langs pun-
tige of scherpe voorwerpen. De
beschadigingen die zo ontstaan
kunnen leiden tot lekkages.
Leg de slang niet op plekken neer
waar auto's er overheen kunnen
rijden. Hierdoor zou de slang
kunnen barsten.