2
Sluit de kabel die aan de batterij is be-
vestigd op de connector in het batterij-
vak aan. Opmerking: gebruik geen ge-
leidende gereedschappen tijdens dit
proces.
3
Druk de batterij op zijn plek.
4
Plaats het klepje terug om het batterij-
vak te sluiten.
De batterij opladen
U moet de batterij vier uur lang (of totdat
de batterij-indicator groen gaat branden) in
de camera opladen voordat u de camera
voor het eerst gebruikt.
Laad de batterij op door de netvoeding op
de netsnoerconnector van de camera aan
nl-NL
te sluiten. Opmerking: de eerste keer wan-
neer u een nieuwe batterij oplaadt, moet u
de camera inschakelen en daarna weer uit-
schakelen, nadat u de netvoeding hebt
aangesloten op de netsnoeraansluiting
van de camera.
1
Batterij-indicator
2
Voedingskabel
Snelstartgids
Ga als volgt te werk om onmiddellijk te be-
ginnen:
1
Verwijder de beschermfolie van de
LCD.
2
Plaats een miniSD™-geheugenkaart in
de kaartsleuf.
3
Druk op de Aan/Uit-knop om de ca-
mera in te schakelen. Opmerking:
druk op de reset-knop met een niet-ge-
leidend stuk gereedschap indien de ca-
mera niet start. De reset-knop bevindt
zich naast de batterijconnector in het
batterijvak. Druk hierna nogmaals op
de Aan/Uit-knop.