– Houd het apparaat in de lucht, zodat het van eventueel
voorhanden spanningvoerende leidingen verwijderd is.
– Selecteer de modus AC-SCAN (toets 6). Zodra deze
modus geselecteerd is, vindt een zelfstandige
kalibratie plaats (AUTO-CALIBRATION). Door het
indrukken van de CAL-toets (7) kunt u het apparaat
opnieuw kalibreren.
– Beweeg het apparaat langzaam over het oppervlak.
Beweeg het apparaat naar links en rechts over de
muur. Wanneer de maximale weergave verschijnt,
plaatst u een markering.
Leidingen die dieper liggen dan 4 cm, worden eventueel
!
niet herkend. Schakel altijd de stroomverzorging uit,
wanneer u in de buurt van elektrische leidingen werkt.
Tip 1: Naargelang het oppervlak kan er door wrijving statische
lading ontstaan. De LED's (2) lichten gaan aan zodra men het
apparaat beweegt. In dit geval het apparaat langzaam over de
wand bewegen zonder het oppervlak te raken.
Tip 2: Op grond van statische oplading kunnen naast de
daadwerkelijke leidingpositie eventueel elektrische velden
worden ontdekt. Voer elektrische lading af door uw vrije
hand op de muur te leggen.
Tip 3: Metaal in wanden (bijv. metalen regelwerk) dragen elektrische
velden over en veroorzaken op deze wijze stoorinvloeden. Schakel in
dit geval over naar STUD-SCAN om de omgeving te onderzoeken.
Tip 4: De uitgangspositie is belangrijk: om de maximale gevoeligheid
te bereiken, begint u het proces door het apparaat niet in de buurt
van stroomvoerende leidingen te positioneren.
Tip 5: Met toets 4 kunt u de gevoeligheid van de SCAN instellen.
De hoogste gevoeligheid ( max.4 cm.) verkrijgt u door de „Super"-
Deep instelling.
StarFinder
Vervolgens begint u vanaf
de andere zijde te zoeken.
15
NL