Body-Maat-Index (BMI)
De BMI zet de lichaamsgrootte en het lichaamsgewicht in verhouding tot elkaar en maakt
zodoende preciezere vermeldingen dan bijv. het ideaalgewicht volgens Broca. Er wordt
een tolerantiebereik aangegeven, dat als optimaal voor de gezondheid geldt.
– Druk bij onbelaste weegschaal op de
starttoets.
Op het display verschijnen achtereen-
SE(A
88888
volgens
,
de weegschaal automatisch op nul ge-
zet en bedrijfsklaar.
– Druk op de toets FUNC.
Op het display verschijnt de laatste in-
gevoerde lichaamsgrootte.
– U kunt de waarde met de pijltoetsen
volgens de displayindeling veranderen.
– Wanneer de juiste waarde is ingesteld,
drukt u nogmaals op de toets FUNC.
De BMI-functie is nu geactiveerd.
– Laat de patiënt op de weegschaal gaan
zitten.
– Lees de BMI op het digitale display af en
vergelijk deze met de categorieën op
bladzijde 157.
– Druk op een pijltoets wanneer u de ge-
wichtswaarde kort wilt bekijken.
– Om weer naar het normale weegproces
terug te keren, drukt u op de toets
FUNC.
– Om de weegschaal uit te schakelen,
drukt u opnieuw op de starttoets.
Evaluatie van de Body-Mass-Index voor volwassenen:
Vergelijk de vastgestelde waarde met de onderstaande categorieën, die overeenkomen
met de door de WHO, 2000 gebruikte categorieën.
• BMI onder 18,5:
Attentie, de patiënt weegt te weinig. Er kan een tendens tot magerzucht bestaan. Een
toename van het gewicht wordt aanbevolen om het welbevinden en prestatievermo-
gen te verbeteren. In geval van twijfel dient een specialist te worden geconsulteerd.
• BMI tussen 18,5 en 24,9:
De patiënt heeft normaal gewicht en kan zo blijven als hij is.
• BMI tussen 25 en 30 (Präadipositas):
De patiënt heeft licht tot matig overgewicht. Hij moet zijn gewicht reduceren, indien er
al klachten zijn opgetreden. (bijv. diabetes, hoge bloeddruk, jicht, aandoening van de
vetstofwisseling).
model 958/959
0. 0
en
. Daarna is
157