Beperkingen met betrekking tot
ontsmetting
• Voorkom kruissterilisatie van het hulpmiddel. Door gebruik
van meerdere sterilisatiemethoden kunnen de prestaties van het
hulpmiddel aanzienlijk afnemen.
• Een geschikte ontsmettingsmethode heeft nauwelijks gevolgen
voor dit hulpmiddel. Slijtage en beschadigingen ten gevolge
van het gebruik zijn doorgaans bepalend voor het einde van
de levensduur.
• Beschadigingen door een ongeschikte ontsmettingsmethode
vallen niet onder de garantie.
Instructies
Plaats van gebruik
• Veeg met papieren wegwerphanddoekjes overtollig vuil van het
hulpmiddel.
• Bij gebruik van een automatische ontsmettingsmethode moeten
de kanalen van het hulpmiddel onmiddellijk na gebruik met 50 ml
steriel gedestilleerd water worden gespoeld.
Afsluiting en vervoer
• Ontsmet het hulpmiddel zo snel mogelijk na gebruik.
• Vervoer het hulpmiddel in een tray om beschadiging te voorkomen.
Voorbereiding voor reiniging
1. Koppel het koppelstuk los van de scoop en de camerakop.
2. Bereid een enzymatische reinigingsoplossing volgens
de aanbevelingen van de fabrikant (28,3 g/3,8 liter kraanwater van
35 – 40 °C).
3. Neem het gehele hulpmiddel af met een schone doek die met
de reinigingsoplossing is bevochtigd.
4. Dompel het hulpmiddel onder in de reinigingsoplossing.
Spuit met een injectiespuit 50 ml reinigingsoplossing in
het hulpmiddel om los vuil te verwijderen.
5. Week het hulpmiddel ten minste 15 minuten in de
reinigingsoplossing.
74