Het gereedschap in- en uitschakelen
Zorg ervoor dat de accu losgekoppeld is van het apparaat.
Zorg er op de werkplek voor dat de ondergrond vlak, stabiel en vrij van vuil is.
Draag oogbescherming, gehoorbescherming en werkhandschoenen.
Controleer of de schakelaar in de "uit"-stand staat en vergrendeld is - hij kan niet worden ingedrukt.
Monteer het zaagblad in de gereedschapshouder voor de gekozen zaagsnede.
S luit de accu aan op het gereedschap.
Pak het gereedschap met beide handen vast aan de handgrepen. Steun de werkende delen van het gereedschap niet tegen een
voorwerp of object.
Neem de juiste positie om het evenwicht te garanderen, ontgrendel de schakelaar door de vergrendelingsschakelaar (III) te
bewegen, de vergrendelingsknop moet worden uitgelijnd met de behuizing aan de zijde die is gemarkeerd met een open hang-
slotsymbool, en druk vervolgens op de schakelaar om de polijstmachine te starten. De schakelaar kan niet worden vergrendeld in
de aan-stand. Hoe dieper de schakelaar wordt ingedrukt, hoe hoger de snelheid.
Controleer of het zaagblad vrij kan bewegen en of het gereedschap niet verdacht of overmatig trilt. Er komt geen rook of verdachte
geur uit. Als u een afwijking van de juiste werking opmerkt, schakelt u het apparaat uit, koppelt u de accu los en brengt u het
apparaat vervolgens naar een erkend reparatiecentrum.
Begin met het snijden volgens de onderstaande instructies.
Overbelast het gereedschap niet - de temperatuur van de buitenoppervlakken mag nooit hoger zijn dan 60
C.
O
Het product wordt uitgeschakeld wanneer de druk op de schakelaar wordt opgeheven. Het mes kan na het uitschakelen nog
enige tijd bewegen. Telkens wanneer de druk op de schakelaar wordt losgelaten, moet deze worden vergrendeld door het scha-
kelaarslot (III) te bewegen, moet de vergrendelknop worden uitgelijnd met de behuizing aan de zijde die is gemarkeerd met een
vergrendeld hangslotsymbool. Dit voorkomt dat het gereedschap per ongeluk wordt gestart.
Hout zagen (VI)
Teken voorafgaand aan het zagen de zaaglijn met een potlood. Zet het apparaat vervolgens op de schoen en plaats het zaagblad
op de zaaglijn. Schakel het apparaat in, wacht tot het nominale toerental bereikt wordt en begin met zagen. Oefen tijdens het
zagen niet teveel druk uit op de schoen en het zaagblad. Dit kan leiden tot barsten van het apparaat.
Invalzagen
Let op! Invalzagen is alleen mogelijk bij zachte materialen als zacht hout of gispplaat. Pas de invalzaagtechniek nooit toe op
metaal of ander hard materiaal.
Gebruik voor invalzagen een kort zaagblad. Stel het maximale aantal toeren in. Laat de rand van de schoen steunen op het te
snijden materiaal en schakel het apparaat in. Zet druk en laat het zaagblad het materiaal inzagen tot het moment dat de schoen
geheel op het materiaal steunt. Zet het zagen voort langs de gemarkeerde lijn.
In geval van het zagen van hout beginnen bij een lager toerental en dit al zagend verhogen.
Zagen langs randen
Let op! Voor zagen langs de randen dienen speciale zaagbladen met verhoogde elasticiteit te worden gebruikt.
Het is mogelijk om dicht langs wanden, vloeren en op andere moeilijk toegankelijke plekken te zagen. Zo kunnen er bijvoorbeeld
pijpen worden afgezaagd. Zorg er tijdens het zagen voor dat het zaagblad voortdurend over de gehele doorsnede van het te
snijden materiaal beweegt. Het is verboden om rond zijranden te zagen. Dit kan leiden tot het wegkaatsen van het apparaat in
de richting van de bediener.
Er wordt aanbevolen om het zaagblad te monteren met het snijvlak 180 graden gedraaid t.o.v. de normale positie. Dit vereen-
voudigt het zagen.
Uitzagen van openingen
Let op! Gebruik om openingen uit te zagen de speciaal hiervoor bedoelde zaagbladen.
Teken voorafgaand aan het zagen de zaaglijn. Maak vervolgens met een boor een opening, plaats het zaagblad erin en begin
met zagen.
Zagen van metaal
Let op! Selecteer het juiste type zaagblad voor het soort te zagen metaal. Dit zorgt voor grotere arbeidsveiligheid en verlengt de
levensduur van het zaagblad. In geval van het zagen van dunne blikplaten het blad tussen twee stukken hout leggen. Zo kan een
gladde zaaglijn worden verkregen en worden vibraties tijdens het werk gereduceerd.
Het wordt aanbevolen om het juiste koelmiddel te gebruiken voor het betreff ende materiaaltype. Breng indien mogelijk een dunne
olielaag aan op het oppervlak waarover de schoen zal bewegen. Zo kan de zaag eenvoudiger worden bediend.
Aanvullende opmerkingen
Het apparaat mag niet overbelast raken. Zorg dat de temperatuur van het buitenoppervlak niet boven de 60
C komt
O
Na voltooiing van het werk het apparaat uitschakelen, de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat onderhouden en
inspecteren.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
85