HET TOESTEL WORDT NIET INGESCHAKELD
1. Controleer dat de hoofdschakelaar (1) geactiveerd is, anders
moet de hoofdschakelaar ingedrukt worden.
2. Controleer dat de stekker (2) van de stroomkabel (3) in het
stopcontact (4) van het stroomnet is geplaatst.
3. Controleer dat de elektrische specifieken van het toestel
overeenstemmen met diegenen van het stroomnet; controleer de
technische gegevens op de plaat met serienummer.
ON
1
1
STOFVORMING TIJDENS HET STOFZUIGEN
Als tijdens de werkzaamheden stof uit het toestel komt, moet het
volgende gecontroleerd worden:
1. Controleer dat de zuigleiding correct is verbonden op de inlaat die
aanwezig is op de voorzijde van het toestel, anders moet deze
correct geplaatst worden.
2. Controleer dat de zuigleiding correct is verbonden met het
gebruikte accessoire, anders moet deze correct geplaatst
worden.
DE ZUIGCAPACITEIT IS ONVOLDOENDE
Als de zuigcapaciteit onvoldoende is, moet het volgende
gecontroleerd worden:
1. Controleer dat de zuigleiding correct is verbonden met het
gebruikte accessoire, anders moet deze correct geplaatst
worden.
2. Controleer dat de zuigleiding correct is verbonden met het
gebruikte accessoire, anders moet deze correct geplaatst
worden.
3. Controleer dat geen onzuiverheden aanwezig zijn die de
zuigleiding verstoppen, anders moeten deze verwijderd worden.
4. Controleer dat geen onzuiverheden aanwezig zijn die de
zuigkamer van het gebruikte accessoire verstoppen, anders
moeten deze verwijderd worden.
CONTROLELAMP ONDERDRUKSCHAKELAAR ACTIEF
Als deze controlelamp oplicht tijdens de werking, moet het volgende
gecontroleerd worden:
1. Controleer dat geen onzuiverheden aanwezig zijn die de
zuigleiding verstoppen, anders moeten deze verwijderd worden.
2. Controleer dat de zak niet vol is, raadpleeg de paragraaf
"VERVANGING FILTER -
ZAK".
Voer de sloop van het toestel uit bij een sloopbedrijf of een erkend
inzamelcentrum.
Voordat de machine wordt gesloopt, moeten de volgende materialen
verwijderd en gescheiden worden, en naar een centrum voor
gescheiden inzameling gebracht worden volgens de geldende
normen betreffende de milieubescherming:
•
vilt
•
elektrische en elektronische delen*
•
plastic delen
•
metalen delen
(*) Vooral voor de sloop van de elektrische en elektronische delen
moet de verdeler van de zone gecontacteerd worden.
CONTROLE VAN DE WERKING
4. Controleer dat de stroomkabel niet is beschadigd, anders
4
2
3
2
3. Controleer dat de filter - zak correct is geplaatst, anders moet
4. Controleer dat de bedekking van de opvangbak correct is
5. Controleer dat de zak niet vol is, raadpleeg de paragraaf
6. Controleer dat de filter van de zuigmotor niet vuil of beschadigd
7. Controleer dat de filter van de uitgaande lucht niet vuil of
8. Controleer dat de bedekking van de opvangbak correct is
3. Controleer dat de filter van de zuigmotor niet vuil of beschadigd
VERWERKING
158
moet deze onmiddellijk vervangen worden (lees de paragraaf
"VERVANGING
STROOMKABEL").
AANDACHT: Als de problemen toch niet kunnen opgelost
worden, moet een technicus van een gespecialiseerd
assistentiecentrum gecontacteerd worden.
deze correct bevestigd worden op de inlaat van de opvangbak
(raadpleeg de paragraaf
"PLAATSING FILTER -
gepositioneerd.
AANDACHT: Als de problemen toch niet kunnen opgelost
worden, moet een technicus van een gespecialiseerd
assistentiecentrum gecontacteerd worden.
"VERVANGING FILTER -
ZAK".
is, lees de paragraaf
"ONDERHOUD FILTER
beschadigd is, lees de paragraaf
LUCHTUITLAAT".
gepositioneerd.
AANDACHT: Als de problemen toch niet kunnen opgelost
worden, moet een technicus van een gespecialiseerd
assistentiecentrum gecontacteerd worden.
is, lees de paragraaf
"ONDERHOUD FILTER
AANDACHT: Als de problemen toch niet kunnen opgelost
worden, moet een technicus van een gespecialiseerd
assistentiecentrum gecontacteerd worden.
ZAK").
LUCHTINLAAT".
"ONDERHOUD FILTER
LUCHTINLAAT".