Accu Fout – Een paar seconden na het overschakelen op de bedieningsmodus zal de LED-
indicator "FAULT" gaan branden, indien het volgende gebeurt:
A. Te lage accuspanning - < 3 V
B. Te hoge accuspanning - > 15 V (12 V accu) / > 7,5 V (6 V accu)
C. Kortsluiting in accu of kortsluiting in een accucel
D. Verkeerde keuze van laadspanning voor de accu
Onder deze omstandigheden zal de acculader stoppen met laden. In het geval van A, B of C
kan de accu defect zijn en wij adviseren u om contact op te nemen met het meest nabije
accu-service center. Indien het probleem te wijten is aan D, hoeft u alleen maar het juiste
spanning te selecteren en kunt u verder gaan met het opladen van de accu.
Wanneer de LED "FULL" gaat branden, is de accu volledig opgeladen. De acculader schakelt nu
over op de "Float-modus" en vraagt niet meer om uw aandacht tot aan de volgende keer dat
hij wordt gebruikt. De DFC530N acculader zal uw accu automatisch in goede toestand houden.
5. Wanneer het opladen voltooid is
Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de klemmen van de accupolen. Inspecteer
het vloeistofniveau van elke cel en vul het indien nodig aan met de juiste vloeistof. Schroef de
doppen er weer op. Eventuele overtollige vloeistof moet worden weggeveegd (dit moet uiterst
zorgvuldig gebeuren, aangezien de vloeistof acidisch/corrosief kan zijn).
Wanneer de accu van zijn plaats verwijderd is voor het opladen, plaats hem dan terug en sluit
de kabels weer aan.
6.
Geheugenfunctie
Indien tijdens het laden de voedingsspanning wegvalt, en binnen 15 minuten weer
hersteld wordt, dan zal de DFC530N automatisch doorgaan met laden gebaseerd op
de laadstatus (accu type 6V of 12V en laadstroom 3,5A) van voor de onderbreking.