NederlaNdS
• Leg twee middelgrote blokken hout aan weerszijden van de
grondplaat.
• Schuif enkele proppen krantenpapier (of berkenschors) tussen
de blokken, leg er enkele aanmaakhoutjes kriskras bovenop
en steek het papier aan. Maak de blokken stapsgewijs
groter.
• Laat de deur op een kier staan, totdat het hout brandt. Sluit
de deur en de stookopening als u ziet dat het hout goed
brandt.
• Controleer of er naverbranding (secundaire verbranding)
plaatsvindt. Er branden dan gele vlammen onder de
keerplaat.
• Stel vervolgens de verbranding in op het gewenste
warmteniveau door de ventilatieopening aan te passen (afb.
6D).
De nominale warmteafgifte wordt bereikt wanneer de
ventilatieopening ongeveer 25% is geopend.
5.6 Brandhout toevoegen
1. Wacht tot het vuur smeult voordat u meer brandhout
toevoegt. Zet de deur op een kier, zodat de negatieve druk
kan stabiliseren voordat u de deur volledig opent.
2. Voeg hout toe en laat de ventilatieopeningen enige minuten
volledig openstaan totdat het hout vlam heeft gevat.
. De ventilatieopening (afb. 6) hoeft niet meer volledig open
te staan wanneer het hout goed brandt. Controleer of er
naverbranding (secundaire verbranding) plaatsvindt.
Opmerking! Waarschuwing voor oververhitting: voorkom te
allen tijde dat de haard oververhit raakt.
Oververhitting treedt op als de haard te veel brandhout bevat
en/of de ventilatieopening volledig open is. Als de haard ergens
rood gloeit, betekent dit dat deze oververhit is. Als dit gebeurt,
dient u de ventilatieopening onmiddellijk te sluiten.
Neem contact op met een deskundige als u vermoedt dat de
luchttoevoer via de schoorsteen overmatig of onvoldoende is.
Zie ook «2.0 Technische gegevens» en «4.5 Schoorsteen en
kachelpijp» voor informatie.
• Wanneer de schoorsteen vlam vat of wanneer dat dreigt te
gebeuren, moeten de openingen en de keerklep van de haard
worden gesloten.
• Bel zo nodig de brandweer om het vuur te blussen.
• Na brand in de schoorsteen moet de schoorsteen altijd
worden gecontroleerd door een schoorsteenveger.
5.7 De haard tijdens de overgang van
winter naar lente gebruiken
T i j d e n s e e n o v e r g a n g s p e r i o d e m e t p l o t s e l i n g e
temperatuursschommelingen kan er sprake zijn van negatieve druk
bij rookafvoer of ventilatie onder moeilijke windomstandigheden,
waardoor storingen in de trek in de schoorsteen kunnen
optreden die ervoor zorgen dat de rookgassen niet naar buiten
worden afgevoerd.
Gebruik dan minder brandhout of zet de luchtroosters verder
open zodat het hout schoner en sneller opbrandt. Op deze
manier blijft de trek in de schoorsteen gehandhaafd.
Om ophoping van as te voorkomen, moet de as vaker dan
normaal worden verwijderd. Zie «6.2 De as verwijderen».
0
6.0 Onderhoud
6.1 Het glas reinigen
De Jøtul F 602 is uitgerust met een ventilatieopening voor het
glas.
Toch zal zich altijd wel roet op het glas ophopen. De hoeveelheid
is afhankelijk van de luchtstroom ter plaatse en de stand van de
ventilatieopening. De roetlaag wordt gewoonlijk grotendeels
weggebrand wanneer de ventilatieopening helemaal open staat
en de haard flink brandt.
Goed advies! Maak voor een gewone schoonmaakbeurt een
papieren handdoek vochtig met warm water en voeg er wat as
uit de stookplaats aan toe. Wrijf met het papier over het glas
en neem het glas daarna af met schoon water. Laat het glas
goed drogen. Wanneer het glas grondig moet worden gereinigd,
adviseren wij om glasreiniger te gebruiken (volg de instructies
op de verpakking).
6.2 De as verwijderen
Verwijder de as via de deur met een schepje of iets dergelijks.
Laat een laagje as als beschermlaag op de bodem van de
verbrandingskamer liggen.
Zie voor informatie over het omgaan met as ook de beschrijving
onder: «3.1 Maatregelen voor brandpreventie».
6.3 Reinigen en roet verwijderen
Tijdens gebruik kan zich roet afzetten op de binnenwanden van
de haard. Roet werkt isolerend en kan daardoor de warmteafgifte
van de haard verminderen. Als er zich te veel roet ophoopt, kunt
u deze met de roetverwijderaar eenvoudig verwijderen.
Als u wilt voorkomen dat zich roet of condenswater ophoopt in
de haard, moet u regelmatig flink stoken om de gevormde laag
te verwijderen. Een jaarlijkse schoonmaakbeurt is nodig voor een
optimale warmteafgifte van het product. U kunt dit bijvoorbeeld
doen als de schoorsteen en de kachelpijp worden geveegd.
6.4 Kachelpijpen naar de schoorsteen
vegen
De haard kan het eenvoudigst via de deur worden gereinigd. U
kunt de kachelpijp reinigen door de kookplaat te verwijderen en
de pijp door de opening te vegen.
6.5 De haard inspecteren
Jøtul raadt u aan om na het reinigen/vegen zelf een grondige
inspectie van de haard uit te voeren. Controleer alle zichtbare
oppervlakken op scheuren.
Controleer ook of de deur- en glasafdichtingen luchtdicht
afsluiten en of de pakkingen van de deur en de bovenplaat
nog op hun plaats zitten. Pakkingen die sporen van slijtage of
vervorming vertonen, moeten worden vervangen.
Maak de pakkingsgroeven grondig schoon, breng keramische
lijm aan (te verkrijgen bij uw Jøtul-dealer) en druk de pakking
goed in de groef. De lijm heeft een korte droogtijd.