PLAATSING
GEWICHT VAN DE SAFE
Het gewicht van de Trident-safe varieert in functie van de afmetingen. Het gewicht wordt
vermeld op het typeplaatje op de rugplaat van de deur. Het is de verantwoordelijkheid
van de klant om na te gaan dat de vloer waarop de safe geplaatst moet worden de last
kan dragen die overeenstemt met dit gewicht.
Bovendien stipuleert de norm EN 1143-1 dat elke safe met een gewicht van minder dan
1000 kg verankerd moet worden.
Wanneer u een TRIDENT 110, 170 of 210 van klasse IV, V of VI gekocht heeft, weegt
uw safe minder dan 1000 kg en moet deze dus verankerd worden.
BEVESTIGING
Alle Trident-safes zijn voorbereid om in de vloer (5 mogelijke verankeringspunten) of aan
de muur (1 verankeringspunt op de rug) verankerd te worden.
De modellen 110, 170 en 210 worden geleverd met een verankeringskit (plug M16).
Voor elk ander model is de verankeringskit optioneel verkrijgbaar.
AANBEVELINGEN
We vestigen er uw aandacht op dat enkel een ondergrond in vol beton met een goede
drukweerstand (> 250 bar/25MPa) en een minimale dikte van 150 mm een verankering
conform de regels toelaat.
Wanneer u een safe met de rug tegen een muur plaatst, is het belangrijk de speling
tussen de muur en safe tot een minimum te beperken.
Wanneer de safe op een sokkel geplaatst wordt, kan deze ofwel in de muur (wanneer de
muur dit toelaat) of in de vloer verankerd worden mits gebruik van een uitbreidingskit
(optioneel beschikbaar).
VERANKERINGSMETHODE
Boor een gat in de vloer (of muur) met een diameter van 24 mm en een minimale
diepte van 105 mm.
Plaats uw safe zodat het (de) verankeringspunt(en) en het gat (de gaten) in de
vloer/muur overeenkomen.
(Plaats indien nodig de uitbreidingskit.)
Breng de plug aan en schroef met een momentsleutel tot u een koppel krijgt tussen
120N.m en 200N.m.
III, IV, V of VI,
31
GB
S
F
E
D
I
NL