Bevestig het bewerkte werkstuk op de werktafel m.b.v. bv. een boorklem. Het wordt aangeraden de
DEDRA klembekken te gebruiken: van 2.5 inch catalogusnummer 1298 of van 3 inch catalogusnummer
1299. Het is niet toegestaan de werkstukken te gebruiken met afmetingen groter dan de afmetingen van
de werktafel. Het is niet toegestaan te boren terwijl het werkstuk in de hand wordt gehouden.
Nadat het werkstuk in de boorhouder wordt bevestigd, stel zo de werktafel op gepaste hoogte dat na de volle
uitschuiven van de spindel de boordiepte wordt bereikt. Hiervoor maak de klem los (DED7707 afb. F pos. 7;
DED7708 - afb. G pos. 13; DED7710 - afb. H pos. 31) en na verstelling van de tafel in gewenste positie draai de
klem opnieuw dicht.
De boordiepte kan ook met de draaiknop voor afstelling van de spindelslag worden ingesteld (DED7707- afb. F
pos. 12, DED7708 - afb. G pos. 20, DED7710 - afb. H pos. 25). Door deze draaiknop los te maken en links naar
schuifboom te draaien, lees van de schaal de geschatte slagwaarde en vergrendel opnieuw de draaiknop. De
boor kan ook op gewenste hoogte worden gezakt nadat de regelknop van de slag wordt losgemaakt, draai de
knop naar links en vergrendel.
Het boren beginnen wanner de punt van boor op de boorplaats wordt ingesteld. De boormachine in bedrijf
zetten en boren. Tijdens het boren matig op de hefboom drukken.
Verandering van overbrengingen (wijziging van toerental)
De tafelboormachine uitzetten. Draai de schroef los (DED7707 afb. F pos. 16; DED7708 - afb. G pos. 56;
DED7710 afb.H pos. 6). Open de overbrengingskamer. Maak de vergrendelingsklem van de motorpositie los
(DED7707 afb. F pos. 15; DED7708 - afb. G pos. 33; DED7710 afb. H pos. 22) Zet de V-snaar op gewenste
diameter van de riemschijf zodat de V-snaar in één vlak ligt. Pas de overbrengingen van de V-snaren aan in
overeenstemming met de afb. B voor DED7707, afb. C voor DED7708 of afb. D voor DED7710. Voer die
handeling uit van de zijde van de hefboom van de langsverschuiving. Om de V-snaar makkelijker te
verwijderen, druk de motor aan het hoofddeel. Trek zo de motor dat de V-snaren worden gespannen,
vergrendel de motor met de klem. Sluit de overbrengingskamer en draai de schroeven dicht. Bij geopend
overbrengingskamer is het niet mogelijk de aandrijving te starten. De boormachine in bedrijf zetten en boren.
Let op!
Houd de handen uit de buurt van draaiende spindel!
Aanbevolen parameters van bewerken.
Instelling toerentallen
De aanbevelingen van de fabrikanten van de boren gebruiken. Let erop dat hoe groter de boordiameter hoe
kleiner moeten de toerentallen worden ingesteld. Bij zachte materialen laten hogere toerentallen van de boor
gebruiken.
10. Lopende handelingen
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer de stekker is losgekoppeld.
Controleer periodiek de toestand van de tafelboormachine: reinig regelmatig de tafelboormachine.
Bij elke gelegenheid reinigt de inlaten van de koellucht van de motor. Voer het met de perslucht uit. Smeer
de beweegbare delen met de machineoliën.
Om de boor te wijzigen, haal de stekker uit het stopcontact. Klap de afscherming van de boorhouder. Met
bijgesloten sleutel maakt de klem los. Draai zo de ring dat de bekken voor de boor worden ingesteld. Draai
daarna de boorhouder handmatig vast. Het uiteindelijke dichtklemmen van de boor maakt m.b.v. de sleutel
voor boorhouder. De boren met de diameter groter dan 6 mm moeten in volle diepte in de boorhouder
worden ingeschoven, dunne boren worden zo ingesteld dat de bekken binnen het cilindrische gedeelte van
de boor dichtklemmen.
NL
118