Chicco KWIK.ONE Instrucciones De Uso página 32

Ocultar thumbs Ver también para KWIK.ONE:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 22
het frame (fig. 2) en let erop dat de hendel van het zwenk-
mechanisme omlaag gericht is. Herhaal de handeling bij het
andere voorwiel.
WAARSCHUWING: Verzeker u er voor het gebruik van dat de
wielen goed zijn vastgezet.
3. Om ieder wiel op de achteras te monteren brengt u in de
volgende volgorde aan (fig. 3):
• wiel (A)
• ring (B)
• klem (C)
• dop (D)
Let erop dat u de bevestigingsklem aanbrengt zoals in de
afbeelding wordt getoond: de rechte zijde dient in de boring
op de pin te worden aangebracht. Herhaal dezelfde handeling
bij het andere wiel in dezelfde volgorde.
4. Steek de achteras in de speciale zittingen in het frame totdat
u de montageklik hoort (fig. 4).
WAARSCHUWING: Verzeker u er voor het gebruik van dat de
wielen en de achteras goed zijn vastgezet.
5. Monteer de boodschappenmand en wikkel de voorste bandjes
omnd de buis van de zitting (fig. 5); wikkel de stof om de
achterste buis en sluit de drukknopen over de gehele lengte
van de achterste buis (fig. 5A); duw tot slot de achterste
bandjes in hun plastic zittingen op de basis van de buizen
van de achterpoten (5B).
6. Om de kap te bevestigen maakt u de plastic clips vast aan
de buizen van het frame. De gaten in de clips dienen terecht
te komen op hun pinnen op de buizen (fig. 6). Bevestig de
ritssluiting aan de stoffen lap aan de achterzijde van de rug-
leuning (fig. 6A) en maak de klitttenbandjes vast aan beide
buizen van de greep (fig. 6B).
7. Breng de veiligheidsbeugel aan in de daarvoor bedoelde zit-
tingen tot u de bevestigingsklik hoort (fig. 7). Om de beugel
te verwijderen drukt u eenvoudigweg op de twee zijknoppen
en trekt u de beugel naar u toe (fig. 7A).
WAARSCHUWING: Gebruik de bumper bar nooit om het
product met het kind erin op te tillen.
VEILIGHEIDSGORDELS
8. De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem
met vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouder-
banden, twee afstelknoopsgaten, een veiligheidsgordel en
een tussenbeenstuk met gesp.
WAARSCHUWING: Om ze te gebruiken voor kinderen vanaf de
geboorte tot ongeveer 6 maanden moeten de schouderbanden
worden gebruikt door ze eerst door de twee afstelopeningen
te halen (fig. 8).
Zet het kind in de wandelwagen, doe hem de veiligheidsgordels
om (afb. 8A) en steek eerst de twee gesptongen (A) door de
gesp van de schouderbanden (B) en dan in de gesp van het
tussenbeenstuk (C); regel de hoogte van de schouderriemen
zodanig dat ze op de schouders van het kind rusten. Zorg
ervoor dat de gordels altijd correct zijn vastgemaakt. Druk
op de knop in het midden en trek aan de zijtongen, om de
gordel los te maken.
WAARSCHUWING: Na de veiligheidsgordels te hebben ver-
wijderd (bijv. om ze te wassen), verzekert u zich ervan dat ze
met behulp van de verankeringspunten weer goed worden
aangebracht. De gordels moeten opnieuw afgesteld worden.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
9. De rugleuning kan op 4 standen worden versteld met de
hendel aan de achterzijde. Om de rugleuning te verstel-
len gebruikt u het verstelmechanisme achteraan: trek de
hendel omhoog en duw de rugleuning naar achter (fig. 9).
En omgekeerd, om de rugleuning recht te zetten duwt u
hem naar voor.
WAARSCHUWING: Met het gewicht van het kind kunnen
deze handelingen moeilijker zijn.
ZONNEKAP
10. Om de kap te openen duwt u het boogje aan de voorkant
naar voren (afb. 10).
11. De kap is voorzien van een stuk stof dat u kunt openen om
de kap groter te maken. U kunt het stoffen oppervlak van de
kap vergroten door de rits achteraan te openen (fig. 11-11A).
ACHTERSTE REMMEN
De achterwielen zijn uitgerust met dubbele remmen, waardoor
met één enkel pedaal tegelijkertijd op beide achterwielen
wordt geremd.
12. Duw een van de twee pedalen naast de achterwielen
omlaag om de wandelwagen af te remmen (fig.12). Om
het remsysteem te ontgrendelen duwt u een van de twee
pedalen omhoog (fig. 12A).
ZWENKWIELEN
13. Om de voorwielen vrij te laten draaien duwt u de hendel
aan de voorzijde van de voorwielgroepen (afb. 13) omlaag.
Gebruik de vrije wielen op glad terrein. Om de wielen te
vergrendelen zet u de hendel weer op de hoge stand.
WAARSCHUWING: Met de zwenkwielen is de wandelwagen
beter bestuurbaar; op hobbelig terrein is het aangeraden de
wielen vergrendeld te gebruiken om soepeler te rijden (grind,
zandweg, etc.).
WAARSCHUWING: Beide wielen moeten altijd tegelijkertijd
worden vergrendeld of ontgrendeld.
VERSTELBARE VOETENSTEUN
De voetensteun kan in 2 standen worden afgesteld.
14. Om de voetensteun laag te zetten drukt u op de twee hendels
aan beide zijden van de onderste basis. (afb. 14). Om de voe-
tensteun hoog te zetten duwt u hem eenvoudig omhoog.
WANDELWAGEN INKLAPPEN
WAARSCHUWING: Let er bij deze handeling op dat het kind
en eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand be-
vinden. Verzeker u er tijdens deze fase van dat de bewegende
delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het
lichaam van het kind. Voordat u de wagen inklapt controleert
u of de boodschappenmand leeg is en de kap dicht is.
De wandelwagen is voorzien van een sluitsysteem dat met een
hand kan worden bediend.
15. Het bedieningsmechanisme om de wandelwagen dicht
te plooien bevindt zich onder de stof van de zitting. Om
de wandelwagen dicht te plooien heft u de stof van de
zitting op. Verschuif de vergrendelinrichting (fig. 15) en trek
tegelijkertijd de greep omhoog (fig. 15A). De wandelwagen
wordt vanzelf dichtgeklapt (fig. 15B). Het valt aan te raden om
de voorwielen vrij te laten draaien tijdens het dichtklappen
zodat het geheel zo compact mogelijk wordt.
GEBRUIK VAN KEYFIT AUTOSTOELTJE OP DE WANDEL-
WAGEN
Het Keyfit-autostoeltje kan op de Kwik.one-wandelwagen
worden bevestigd.
WAARSCHUWING: Alvorens de wandelwagen in combinatie
met het autostoeltje te gebruiken, dient altijd te worden ge-
controleerd of het bevestigingssysteem goed vergrendeld is.
Het Keyfit-autostoeltje kan op de wandelwagen gebruikt wor-
den voor kinderen vanaf de geboorte tot 13 kg of tot ze nog
niet alleen rechtop kunnen zitten.
Houd de wandelwagen open om het autostoeltje te installeren,
sluit de zonnekap en zet de rugleuning volledig neer.
WAARSCHUWING: De beugel van de wandelwagen mag
niet verwijderd worden als de wandelwagen samen met het
autostoeltje gebruikt wordt.
16. Positioneer de greep van het autostoeltje verticaal, plaats
het autostoeltje naar de ouder gericht, bevestig het op de
wandelwagen en zorg ervoor dat u het aan beide zijden
vastzet; u hoort een klik wanneer het correct vastzit (fig. 16).
32
WA
gin
do
WA
we
17.
WA
eri
kin
GE
Op
dra
18
19.
DE
OP
Om
raa
DE
20
W
ve
tig
Om
be
AC
VO
21.
RE
22
WA
de
kan
WA
ge
va
GA
He
bin
de

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido