I
n
g
e
I
n
g
e
Overtuigt u zich er van, dat het apparaat compleet en
volgens voorschrift is gemonteerd.
Controleer voor ieder gebruik
Aansluitleidingen op defecte plaatsen (scheuren,
−
sneden o. d.)
gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
de machine op enventuele beschadigingen
−
(zie veiligheidsinstructies)
of alle schroeven goed zijn vastgedraaid
−
de opvangzak op slijtage of kwaliteitsverlies
−
Aansluiting op het net
Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V) die
op het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine
volgens de voorschriften en op een geaard stopcontact
aan.
Sluit de machine aan via een Fi-veiligheidsschakelaar
(differentiaaluitschakelaar) met 30 mA.
Gebruik geen defecte kabels. Gebruik aansluit- resp.
verlengkabels met een aderdoorsnede van ten minste 1,5
mm² bij een lengte tot 25m
Beveiliging: 10 A
Aanbrengen van de verlengingskabel
1. Steek de koppeling van de
verlengingskabel op de steker
van de schakelaar-steker-
combinatie. (14)
2. Trek de verlengingskabel als
lus door de
kabeltrekontlasting en hang
het in. (8)
3. Let erop dat de
verlengingskabel voldoende
spel heeft.
b
r
u
i
k
n
a
m
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
Inschakelen / Uitschakelen
De in-/uitschakelaar bevindt zich in de handgreep.
Houdt de schakelaar ingedrukt, om de loofzuiger te
starten. De loofzuiger schakelt zich automatisch uit,
wanneer u de schakelaar loslaat.
Gebruik geen toestel, waarbij zich de schakelaar niet laat
in- en uitschakelen. Beschadigde schakelaars moeten
onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen door de
klantenservice.
W
e
r
k
v
W
e
r
k
v
Houdt u vóór werkbegin rekening met
de "Veiligheidsinstructies"
de volgende extra werkinstructies.
Alleen personen van meer dan 16 jaren, die de
bedieningshandleiding hebben gelezen en begrepen
mogen de machine bedienen.
Draag uw veiligheidsuitrustingen (veiligheidsbril/-vizier,
handschoenen, haarnet bij lange haren), om u tegen
mogelijke letsels te beschermen.
Zorg voor een veilige en opgeruimde werkplaats.
Verwijder voorwerpen die weggeslinder.t
Waarborg vóór begin van de werkzaamheden dat:
−
zich in het werkbereik geen verdere personen of
dieren ophouden
−
een obstacelvrij terugwijken voor u is gewaarborgd
een veilige stand is gewaarborgd.
−
−
handgrepen en houders droog en schoon zijn.
Wij adviseren voor het blazen/zuigen:
−
hark en veger voor het losmaken van rommel te
gebruiken.
stoffige vlakken licht te bevochtigen.
−
Richt de zuig-/blaaspijp nooit op personen of dieren. Blaas
ook geen voorwerpen in de richting, waar personen of
dieren staan.
Toeschouwers
dienen
minimum 5 m te bewaren.
Maak gebruik van de volledige blaassproeier-
verlenging, opdat de luchtstroom dicht aan de grond kan
werken.
Wees voorzichtig voor opgewaaide en rondvliegende
voorwerpen.
Bijzonder
terugstooteffect aan muren en huiswanden (bijv. stenen).
o
o
r
s
c
h
r
i
f
t
e
n
o
o
r
s
c
h
r
i
f
t
e
n
een
veiligheidsafstand
gevaarlijk
is
daarbij
van
het
104