SCHOTT Solar POLY Serie Manual De Instrucciones página 21

Houd kinderen uit de buurt van de gevarenzone.
Onbevoegde personen mogen niet op het dak klimmen.
De zonnepaneelmodules zijn elektrische spanningsbronnen met de daar aan gerelateerde
potentiële gevaren. Zelfs bij een geringe verlichtingssterkte moet rekening worden gehouden
met de volledige open klemspanning.
De elektrische inbedrijfstelling van de zonnepaneelmodules mag alleen door een elektro-
NL
monteur met een vergunning worden uitgevoerd.
Bij de integratie van zonnepaneelmodules binnen een bliksembeveiligingsinstallatie moeten
de nationale voorschriften worden nageleefd.
De zonnepaneelmodules moeten worden behandeld als glasproducten.
Zij zijn niet geschikt om er op te lopen.
Een onoordeelkundige uitvoering van de installatiewerkzaamheden of inbedrijfstelling kan
schade veroorzaken en personen in gevaar brengen.
Door serieschakeling van de zonnepaneelmodules (optellen van de module-spanningen)
kunnen spanningen boven de veilige spanning van 120 Vdc ontstaan.
Vóór aanvang van werkzaamheden aan de zonnepaneelmodules moeten deze door een
netontkoppelaar stroomloos geschakeld worden, omdat bij werkzaamheden aan gelijk-
stroomvoerende geleiders vlambogen kunnen ontstaan.
De maximaal toelaatbare systeemspanning van de zonnepaneelmodules mag ook bij lage
omgevingstemperaturen niet worden overschreden (zie datablad en typeplaatje op de
module).
Het aansluitkastje mag uit veiligheidsoverwegingen niet worden geopend.
Niets op de zonnepaneelmodules laten vallen.
De zonnepaneelmodules aan de voor- en achterzijde tegen krassen en andere
beschadigingen beschermen.
De modulekabels tijdens het transport en het installeren beschermen tegen mechanische
belastingen.
Vóór het installeren klemmenkastje, kabels en stekkerverbindingen controleren op
beschadigingen.
Stekkercontacten beschermen tegen vervuiling.
Geen stekkerverbindingen maken met vervuilde stekkercontacten.
De stekkerverbindingen nooit onder belasting lostrekken of aansluiten.
Geen beschadigde zonnepaneelmodules installeren.
De bekabeling zodanig uitvoeren dat deze geen schade veroorzaakt en geen personen
in gevaar kan brengen.
De zonnepaneelmodules, met name de stekkerverbindingen en gereedschappen,
moeten tijdens het installeren droog zijn.
De zonnepaneelmodules niet los maar goed vastgezet opslaan.
22