TOEGELATEN BEDRIJFSVOORWAARDEN
De machine mag enkel in gesloten ruimte met goed werkende ventilatie worden
6. Op bedrijf voorbereiden
De machine dient op een vlakke, effen oppervlakte in een goed verlichte plaats te worden geplaatst. In de
onderbouw van de machine bevinden zich 4 openingen voor de bevestiging van de rubberen voetjes voor
eenvoudige plaatsing op de grond. Ze dient zo te worden geplaatst dat ze tijdens bedrijf niet kan
omvallen.
Alle hieronder omschreven handelingen dienen te worden uitgevoerd met
Let op!
Controleren of de bewegende elementen en de scherm van het bedrijfsgereedschap niet beschadigd zijn.
De scherm van het bedrijfsgereedschap niet demonteren. Bedrijf met gedemonteerde elementen
verantwoordelijk voor arbeidsveiligheid is absoluut verboden. Door de schijf te draaien controleren of het
aandrijvingssysteem niet vergrendeld is en of de schijf niet in contact met enige elementen van de tafel
komt. Controleren of de schijf goed functioneert (geen breuken of andere beschadigingen vertoont) en of
ze niet los in de greep zit. Zo nodig vastdraaien.
De steun van de bovenste hoofdbescherming dient zo te worden geplaatst dat hij direct in de
draaioppervlakte van de gediamanteerde schijfzaag ligt. Indien nodig de twee bevestigende schroeven
losmaken, de steun correct instellen en de schroeven vastdraaien.
De scherm van de schijfzaag (Afb. G.7) zo plaatsen dat de onderste randen van de bescherming enkele
millimeters boven het glazuur van de te snijden tegel liggen. De koelvloeistoftank met water vullen. Zie Foto A.
Nadat de tank wordt gevuld, toont de waterspiegel het maximale peil.
7. Aan het netwerk aansluiten
Vooraleer het toestel aan een elektriciteitsbron wordt aangesloten controleren of de voedingsspanning met
de op de typeplaat weergegeven waarde correspondeert.
De voedingsinstallatie van het toestel dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met belangrijkste
vereisten betreffende de elektrische installatie en dient aan de veiligheidseisen voor gebruik te voldoen. De
parameters van de minimale diameter van de voedingskabel en de minimale waarde van de zekering
afhankelijk van het vermogen van het toestel worden in de onderstaande tabel weergegeven.
Het vermogen van het toestel
[W]
<700
700÷1400
1400÷2300
>2300
De installatie dient door een bevoegde elektricien te worden uitgevoerd. Bij gebruik van verlengkabels
dient men te controleren of de diameter van de draad niet kleiner dan vereist is (zie tabel). De elektrische
kabel zo plaatsen dat hij tijdens bedrijf niet doorgesneden kan worden. Geen beschadigde verlengkabels
gebruiken.
De technische toestand van de voedingskabel periodiek controleren. Aan de voedingskabel niet trekken.
Bedrijfsmodus S2 30 min
gebruikt.
de stekker uitgetrokken.
De minimale leidingdiameter
[mm2]
0,75
1
1,5
2,5
De minimale waarde van de
zekerheid type C [A]
6
10
16
16
NL
87