Montagehandleiding voor de elektricien
14. Elektrische aansluiting:
Opgelet:
De wasinstallatie met netsnoer mag niet via een
•
verlengsnoer op het lichtnet worden aangesloten.
Het netsnoer moet zo worden gelegd dat de stekker
•
gemakkelijk toegankelijk is en uit het stopcontact kan
worden getrokken.
Bij een serie-installatie van meerdere wasinstallaties
•
mag het netsnoer van een installatie niet op een
installatie ernaast worden aangesloten.
De veiligheidsrichtlijnen van het kappersgilde moeten
•
in acht worden genomen. Installatie en gebruik dienen
te geschieden conform DIN VDE 0100.
Bij montagewerkzaamheden steeds het
•
complete systeem stroomloos schakelen en
beveiligen tegen opnieuw inschakelen!
Binnen de wasinstallatie zijn alleen de meegeleverde
•
resp. in de montagehandleiding aangegeven steek-
verbindingen toegestaan!!
Snoeren moeten zodanig worden gelegd dat ze niet in
•
de buurt van bewegende delen liggen! Het beschadigd
of bekneld raken moet daarbij worden voorkomen!
Het netsnoer moet op zodanige wijze uit de stoel
•
worden geleid, dat het niet tussen het frame en de
vloer bekneld kan raken.
Het netsnoer moet compleet naar buiten geleid
•
worden en voorzien worden van trekontlasting.
Om reden van mechanische zekerheid en
•
elektromagnetische compatibiliteit mogen geen extra
kabellengten in de installatie opgeborgen worden.
Varianten bij installatie van individuele stoelen:
14.1
Variant vaste aansluiting: (afb. 6)
Attentie: deze aansluiting mag uitsluitend door een
geschoold elektricien worden gemaakt!
Netsnoer uit de vloer aan meegeleverde systeembus
aansluiten (afb. 4)
Bus in de systeemstekker onder het bekledings-
gedeelte steken en borgbeugel sluiten (afb. 5)
14.2
Variant netsnoer: (afb. 7)
Netsnoer naar buiten leggen.
Varianten bij installatie in rij:
14.3
Serie-installatie met vaste aansluiting (afb. 8)
> aansluiting zie 14.1
14.4
Serie-installatie met netsnoer (afb. 9)
> aansluiting zie 14.2
Selection BA
MO W+R
NL
Montagehandleiding voor de inrichtingsmonteur
15.
Montage:
15.1
De 2 drukslangen (warm + koud) en de afvoerslang met
trekstrips losjes bij elkaar binden.
15.2
Alleen bij uitvoering met beensteun:
Controleer of het membraantoetsenbordje met de
adapterkabel op de trafo is aangesloten, eventueel
aansluiten.
15.3
Montage van de ommanteling van de voorkant (3 + 4):
Schuif de ommantelingsdelen in omgekeerde volgorde
van afb. 3 op de ommanteling van de kolom (1), sluit aan
de voorkant de magneetverbinding.
Bevestig de ommantelingsdelen (3 + 4) met inbusboutjes
van binnen aan de ommanteling van de kolom (1) aan de
voorkant. Controleer of de onderdelen goed passen,
draai eventueel de boutjes nog een keer los om de
onderdelen goed passend te monteren. Vervolgens de
boutjes vastdraaien.
15.4
De bekleding v / d zittingdrager (8) moet gelijkmatig
verdeelt over de bekledingsplaatsen (3+4) liggen, evt.
corrigeren.
15.5
Aan de achterkant het onderhuidsluik (5) plaatsen en
sluiten.
Servicehandleiding voor de installatiemonteur
Vervangen van het bovendeel van de stoel:
1.
Verwijder het onderhoudsluik (5):
vastpakken in de uitsparing bovenin en naar achteren
wegtrekken, daarna onderin uit de steun tillen.
Demonteer de deelen (3+4) van de ommanteling:
Draai aan elke kant de 2 inbusboutjes aan de binnenkant
van de bekleding van de kolom (1) los en trek de delen
eraf, zie afb. 3
2.
Demonteer de bekleding (8) van de zittingdragers:
Onderdeel (8) aan de achterkant uit elkar drukken en
het achterste stuk v / d bekleding (8.1) verwijderen
(klittenband), zie afb. 10 + 11
3.
Demonteer het voorhanden bovendeel van de stoel:
Draai de schroeven van de zittingdrager (11) en het
subframe (6) los (4 schroeven M8).
Haal het bovendeel van de stoel er compleet met
zittingdrager naar boven toe af.
4.
Schroef de zittingdrager van het bovendeel van de stoel
af.
5.
Schroef de zittingdrager aan een nieuw bovendeel van
de stoel. Attentie: let op de montagepositie „A" (afstand
voorkant zittingdrager tot midden schroef), zie tabel
afb. 11
6.
Schif het bovendeel van de stoel compleet met
zittingdrager van boven in het subframe en schroef het
vast. Attentie: let op de montagepositie „V" (voor) en
„H" (achter), zie afb. 11