10. Traffi c Type – Kies uit een reeks vooraf gedefi nieerde typen netwerkverkeer. Als u hier een
type selecteert, hoeft u geen waarde in te voeren voor Local Port Range. De opties zijn:
a. None – Er is geen verkeerstype geselecteerd. Selecteer deze optie als er een waarde voor
Local Port Range is ingevoerd.
b. SMTP – Uitgaande e-mail.
c. HTTP – World Wide Web.
d. POP3 – Inkomende e-mail.
e. FTP – FTP-server.
11. Protocol – Selecteer het netwerkprotocol waarvoor de regel geldt. U kunt TCP of UDP selecteren.
Informatie over de protocollen die door een toepassing gebruikt worden, is te vinden in de
documentatie over de toepassing. Als een toepassing beide protocollen gebruikt, moet u twee
QoS-regels instellen.
12. Klik op [Save] om de regel toe te voegen. Klik op [OK]. Klik op [Apply].
3.5.3 Een QoS-regel verplaatsen
ls een regel een hogere of lagere prioriteit toegewezen moet krijgen, kan die hoger of lager op
de lijst geplaatst worden.
1. Om een regel te selecteren, vinkt u het vakje aan naast de kolom Select.
2. Klik op [Move Up] om de regel een hogere prioriteit te geven of [Move Down] om deze een
lagere prioriteit te geven.
3. Klik op [Apply].
3.5.4 Een QoS-regel verwijderen
1. Om een regel te selecteren, vinkt u het vakje aan naast de kolom Select.
2. Klik op [Delete Selected].
3. Klik op [OK] in de twee vakjes die verschijnen.
4. Klik op [Apply].
3.5.5 Alle QoS-regels verwijderen
1. Om een regel te selecteren, vinkt u het vakje aan naast de kolom Select.
2. Klik op [Delete All].
3. Klik op [OK] in de twee vakjes die verschijnen.
4. Klik op [Apply].
3.6 NAT
NAT (Network Address Translation) is een technologie die meerdere computers in een LAN de
mogelijkheid biedt om hetzelfde externe IP-adres te delen. Hierbij verwerkt de router al het
netwerkverkeer afkomstig van de computers in het netwerk stuurt en sorteert hij inkomend
netwerkverkeer zodat het naar de juiste computer geleid wordt. Dit kan echter een probleem
opleveren voor netwerkverkeer dat niet geïnitieerd wordt op verzoek van een computer in het
LAN netwerk. Een typisch scenario doet zich voor als een computer in het LAN als server ingesteld
is. In dat geval zou een computer op het internet een verbinding tot stand brengen met het externe
IP-adres van de router. Dit netwerkverzoek geeft echter niet aan op welke computer in het LAN
het gericht is en de router weet daarom niet waar hij het naar toe moet sturen.
Dit probleem kunt u oplossen door de NAT-functie van de router in te stellen zodat die inkomend
netwerkverkeer via bepaalde poorten naar een specifi ek IP-adres in het LAN doorstuurt.
Voorbeeld: een FTP-server wordt ingesteld op een computer in het netwerk met het IP-adres
192.168.2.100. FTP gebruikt standaard netwerkpoort 21. De NAT-functie wordt zo ingesteld dat
deze al het inkomende verkeer via poort 21 doorstuurt naar
het IP-adres 192.168.2.100.
Het kan tevens nodig zijn om NAT te confi gureren om toepassingen als IP-telefonie, bestandsdeling
en online gaming goed te laten functioneren.
NAT kan op twee manieren geconfi gureerd worden: Port Forwarding en/of Virtual Server. Deze
worden in de onderstaande secties beschreven.
26