Productbeschrijving
Afhankelijk van de programmering kan de D 110 op twee
manieren worden gebruikt:
1. Stand-alone
Bij brand slaat alleen de D 110 die rook detecteert alarm.
Alle andere D 110 melders blijven in de normale modus
2. Draadloze rookmelder volgens richtlijn VdS 3515
Bij brand slaan alle D 110 melders die draadloos met
elkaar verbonden zijn alarm.
Naast alarmmeldingen worden ook storingssignalen
overgedragen, zodat bijvoorbeeld bij een lege batterij in
een weinig bezochte ruimte de melding ook in andere
ruimtes zichtbaar is.
Een draadloze groep kan maximaal 30 D 110 melders
bevatten. Binnen een draadloze groep wordt het alarm
van melder naar melder doorgegeven om ook grotere
afstanden te overbruggen, bijvoorbeeld van de kelder via
de begane grond naar de bovenverdieping.
Er kunnen maximaal 8 verschillende draadloze groepen
worden geprogrammeerd, om elkaar niet te storen in
bijvoorbeeld appartementencomplexen.
Als het alarm van de geactiveerde D 110 is gestopt of met
een korte druk op de knop is uitgezet, gaat ook bij alle
andere D 110 melders het alarm na ongeveer een halve
minuut automatisch uit.
Montageplaats
Om een optimale veiligheid
moeten rookmelders in alle vertrekken, gangen, kelders
en bergingen worden geïnstalleerd. Basisveiligheid
wordt al bereikt door gebruik van rookmelders in
alle slaapkamers, kinderkamers en gangen op alle
verdiepingen (fig. 1 en 2).
50
in huis te bereiken
Montage op zolders en in stoffige of tochtige ruimtes
belemmert soms een goede werking, omdat de
rookkamer snel vuil wordt. Daarom is montage op deze
plaatsen af te raden.
De D 110 is ook goedgekeurd voor inbouw in bewoonbare
recreatievoertuigen, zoals beschreven in bijlage L van EN
14604.
Montage/inbedrijfstelling
Volg
de
nationale
toepassingsrichtlijnen
Duitsland: DIN 14676).
• K ies geschikte montageplekken op het plafond in het
midden van de ruimte zoals aangegeven in fig. 6 en 7.
• V olg de montage-instructies zoals aangegeven in fig.
7. In een straal van 50 cm rondom de geïnstalleerde
rookmelders mogen zich geen voorwerpen of obstakels
bevinden.
• B evestig eerst de montageplaat aan het plafond (fig.
3). Om meerdere D 110 melders goed uit te lijnen,
bijvoorbeeld in lange gangen, is de montageplaat
voorzien van een markering.
• P laats de batterij en sluit deze aan met de polen in de
juiste richting (fig. 4). Bij correcte aansluiting knippert
de rode LED ca. elke 30 seconden (fig. 5.1). De D 110
staat in de normale modus.
Programmeren
Programmeren is alleen nodig als er meerdere D 110
melders draadloos aan elkaar gekoppeld moeten worden.
Voor stand-alone gebruik kunt u dit gedeelte overslaan en
verder gaan met beschrijving in Montage.
montagevoorschriften
voor
rookmelders
(bijv.
en
in