Lekkagetest en ontluchten
De units zijn in de fabriek gecontroleerd op lekken.
Controleer of de ventielen stevig gesloten zijn vooraleer een druktest
uit te voeren of te vacuümeren.
Luchtdichtheid testen en vacuümdrogen
Luchtdichtheid testen: Gebruik uitsluitend stikstofgas.
I
Onderwerp de vloeistof- en gasleidingen aan een druk van
maximaal 3,2 MPa. Als de druk binnen 24 uur niet is gedaald,
heeft het systeem de test doorstaan. Controleer waar stifstof
weglekt wanneer de druk wel is gedaald.
Vacuümdrogen: Gebruik een vacuümpomp die het systeem tot
I
-100,7 kPa (-755 mmHg) kan leegpompen.
Pomp het systeem met een vacuümpomp via de vloeistof- en
1.
gasleidingen langer dan 2 uur vacuüm en breng het systeem op een
onderdruk van -100,7 kPa. Houd het systeem langer dan 1 uur onder
deze conditie en controleer hierna of de vacuümmeter al of niet is
gestegen. Als de druk is gestegen, kan het systeem vocht of
lekkages bevatten.
2.
Ga als volgt te werk als er mogelijk vocht in de leidingen is achter-
gebleven (wanneer de leidingen tijdens het regenseizoen of over een
langere periode zijn aangelegd, kan tijdens de werkzaamheden
regenwater in de leidingen zijn binnengedrongen).
Breng het systeem na de 2 uur vacuümpompen met stikstofgas op
een druk van 0,05 MPa (door het vacuüm te verbreken) en pomp het
systeem vervolgens met de vacuümpomp gedurende 1 uur opnieuw
vacuüm tot -100,7 kPa (vacuümdrogen). Als het systeem niet binnen
2 uur tot -100,7 kPa kan worden vacuümgepompt, herhaalt u de
procedure van het verbreken van het vacuüm en het vacuümdrogen.
Laat het systeem hierna 1 uur op het vacuüm staan en controleer of
de vacuümmeter niet is gestegen
Isoleren van de leidingen
Na het uitvoeren van een lekkagetest en ontluchten van het systeem
moeten de leidingen worden geïsoleerd. Hou daarbij rekening met de
volgende punten:
Isoleer volledig de aansluitleidingen en verdeelstuksets.
I
Isoleer volledig de aansluitleidingen aan de gaszijde en de
I
verdeelstuksets tegen de hitte. Afhankelijk van de werkings-
condities (bijvoorbeeld in geval van koelen bij een buiten-
temperatuur van ≤15°C) dient u ook te overwegen om
warmteisolatiemateriaal aan te brengen op de aansluitleidingen
van de vloeistofzijde en de verdeelstuksets om zodoende
condensvorming te voorkomen.
I
Gebruik hittebestendig polytheenschuim dat bestand is tegen
een temperatuur van 70°C aan de vloeistofleidingen en
polytheenschuim dat een temperatuur van 120°C kan verdragen
aan de gasleidingen.
Bijkomende koelmiddelvulling
Er mag enkel koelmiddel worden gevuld nadat een
lekkagetest is uitgevoerd en het systeem is ontlucht (zie
hierboven).
Let op dat de maximum toegestane vulling niet wordt over-
schreden. Anders bestaat gevaar voor een vloeistofslag.
Het vullen met een ongeschikte stof kan een explosie of
een ander ongeluk veroorzaken. Zorg er dus altijd voor dat
het juiste koelmiddel (R-407C) wordt gebruikt.
Koelmiddelvaten moeten traag worden geopend.
Draag bij het vullen van koelmiddel altijd beschermende
handschoenen en bescherm uw ogen.
Deze buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel maar
I
afhankelijk van de leidingdiameter en -lengte vereisen bepaalde
systemen een bijkomende koelmiddelvulling.
Pomp het koelmiddel in vloeibare toestand in de vloeistofleiding.
I
Omdat R-407C een gemengd koelmiddel is, verandert de
CU-5~10MX1SPP
Urban Multi airconditioner
4PW12336-1C
samenstelling ervan als het koelmiddel in gasvormige toestand
wordt geladen. Hierdoor is de normale werking van het systeem
niet meer gegarandeerd.
Bepaal het gewicht van de hoeveelheid koelmiddel die moet
I
worden bijgevuld aan de hand van het onderdeel Bijkomende
koelmiddelvulling in het hoofdstuk "Voorbeeld van aansluiting"
op pagina 6. Vul deze hoeveelheid in op het formulier 'Request
for the indication of additional refrigerant charging amount and
installation date' dat aan de unit is bevestigd.
Laad het extra koelmiddel na afloop van het vacuümdrogen in
I
vloeibare
toestand
via
vloeistofafsluiter en houd hierbij rekening met de volgende
instructies:
-
Controleer of de gas- en vloeistofafsluiters dicht zijn.
-
Stop de compressor en laad de gewenste hoeveelheid
koelmiddel.
Als de buitenunit niet in werking is en niet de totale hoeveelheid
I
kan wordt geladen, gaat u te werk aan de hand van de onder-
staande procedures voor het bijvullen van extra koelmiddel.
Gebruik uitsluitend installatiegereedschap dat voor installaties
I
met R-407C bestemd is, tegen hogere druk bestand is en
verontreiniging van het systeem voorkomt.
LET OP
Procedures voor het bijvullen van koelmiddel
Zie afbeelding 2.
Fles met koelmiddel R-407C
1
Vacuümpomp
2
Vloeistofafsluiter met onderhoudsopening
3
Gasafsluiter met onderhoudsopening
4
Klep A
5
1
Zet de gasafsluiter volledig open. Houd de
vloeistofafsluiter en de hieronder weergegeven
"klep A" gesloten. Start het bijvullen van het
koelmiddel.
2
Stop het bijvullen van koelmiddel wanneer de
gewenste hoeveelheid is bijgevuld.
3
Draai de vloeistofafsluiter volledig dicht. Raad-
pleeg de sticker "Caution on operation" aan de
achterzijde van het frontpaneel (links) van de
buitenunit voor meer informatie over het bijvullen
van koelmiddel.
1
Als de koelmiddelfles een fles met hevelwerking is,
moet u deze tijdens het bijvullen van koelmiddel
rechtop zetten.
2
Vergroot de hoofdgasleiding in de verbindings-
leidingen van de gasaanzuigleidingen als de totale
lengte van de leidingen tussen de binnenunits en
buitenunit meer dan 90 m bedraagt om de
capaciteitsreductie tot een minimum te beperken.
CU-5MX1..............................ø19,1 © ø22,2
CU-8MX1..............................- - -
CU-10MX1............................ø28,6 © ø31,8
3
Voeg koelmiddel toe als de koelmiddelleiding de
aangegeven lengte overschrijdt. (Bij een onjuiste
hoeveelheid koelmiddel kunnen er storingen bij de
compressor optreden.)
de
onderhoudsopening
van
Montagehandleiding
de
7