een door de fabrikant aanbevolen of bij het product verkochte wagen, statief, driepoot,
console of tafel. Indien u het product ophangt, dient u de instructies van de fabrikant te
volgen en een door de fabrikant aanbevolen ophangaccessoire te gebruiken. Het op een
wagen geplaatste product dient voorzichtig te worden behandeld. Onverwachte stops,
overmatige kracht en oneffen oppervlakken kunnen ertoe leiden dat het product en de
wagen omvallen.
8. Stroombronnen. Dit product mag uitsluitend aangesloten worden op het type
stroombron dat vermeld staat op het typeplaatje. Als u twijfelt over het type stroombron
in uw huis, neemt u contact op met de verkoper van het product of uw plaatselijke
energiebedrijf. Raadpleeg voor apparatuur die bestemd is voor werking op batterijen of
andere stroombronnen de bedieningsinstructies.
9. Aarding en polarisatie. Het is mogelijk dat dit product is uitgerust met een gepolariseerde
wisselstroomnetstekker (een stekker waarvan er één pen breder is dan de andere).
Deze stekker kunt u maar op één enkele wijze in het stopcontact steken. Dit is een
veiligheidsmaatregel. Indien u de stekker niet volledig in het stopcontact kan steken,
probeer de stekker dan om te draaien. Indien de stekker nog altijd niet in het stopcontact
past, neem dan contact op met uw elektricien om dit verouderde stopcontact te
vervangen. Deze stekker is gepolariseerd voor veiligheidsredenen en mag niet worden
gewijzigd.
10. Bescherming netkabel. U dient de route van de elektrische kabels zo te bepalen dat
er slechts weinig kans bestaat dat men er over zal lopen of dat ze worden vastgeklemd
door voorwerpen die tegen of op de kabels worden geplaatst. U dient vooral aandacht
te besteden aan de kabels in de nabijheid van het stopcontact, de speciale ingebouwde
aansluitingen en daar waar de kabel uit het product komt.
11. Overbelasting. Belast wandcontactdozen, verlengkabels of integrale aansluitpunten nooit
teveel aangezien dit brandgevaar of het risico van een elektrische schok met zich mee kan
brengen.
12. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen. Breng geen voorwerpen door
de openingen in. Hierdoor kunnen gevaarlijke spanningspunten worden geraakt of
kortsluiting worden veroorzaakt met gevaar voor brand of elektrische schok. Mors geen
42
Hoofdstuk 9: Appendix
vloeistof in het apparaat.
13. Onderhoud. Probeer niet dit product zelf te onderhouden, omdat het openen of
verwijderen van afdekkingen tot een blootstelling aan gevaarlijke voltage of andere
gevaren kan leiden. Laat alle onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door hiervoor
geschoold personeel.
14. Beschadiging die onderhoud vereist. Koppel het product los van het lichtnet en neem
contact op met een elektricien indien:
– de netkabel of netstekker beschadigd is,
– vloeistof in het apparaat is gemorst of voorwerpen in het apparaat zijn gevallen,
– het product is blootgesteld aan regen of water,
– het product niet normaal functioneert na het opvolgen van de instructies in de
handleiding. Stel alleen die bedieningselementen in die beschreven worden
door de bedieningsinstructies, aangezien een verkeerde instelling van andere
bedieningselementen kan leiden tot beschadiging en vaak veel werk vereist door een
erkend technicus, om de apparatuur weer normaal te laten functioneren,
– het product is gevallen of op andere wijze beschadigd is geraakt en
– de werking van het apparaat ingrijpend is veranderd, dient u het product te laten nakijken.
15. Warmte. Dit product dient uit de buurt te worden gehouden van warmtebronnen zoals
radiators, verwarmingsroosters, kachels of andere apparatuur (waaronder versterkers) die
warmte produceert.
Hoofdstuk 9: Appendix
9
43