106
NL
3. Voer het schoudergedeelte van de autogordel achter de schoudergordelhaak aan
de achterzijde van het zitje langs.
4. Trek het heupgedeelte van de autogordel door de heupgordelhaken en het
schoudergedeelte van de autogordel door de schoudergordelhaak strak aan.
5. Laat de draagbeugel in de draagstand staan.
6. Indien het zitje is geïnstalleerd op de achterstoel van de auto, moet de voorstoel
tegen het zitje aan geschoven worden. Indien het zitje is geïnstalleerd op de
voorstoel van de auto, moet de voorstoel naar voren geschoven worden, zodat het
zitje het dashboard raakt. Laat, als dit niet mogelijk is, een ruimte van minimaal
25 cm tussen het zitje en de achterkant van de voorstoel of het dashboard.
Stokke® iZi Go™ by BeSafe®