Stap2: Basisbediening
Functietoetsen en indicators camera
1. [Aan/Uittoets]
Druk eenmaal om de camera in te schakelen. Houd de toets 2 seconden ingedrukt totdat de blauwe
[Voedingsindicator] uitgaat om de camera uit te schakelen.
2. [Verbindingstoets]
Druk hierop om de camera te paren met de ontvanger. Zie [Geavanceerde Bediening – Paren van
de camera].
3. [Batterij indicator]
Groene LED = Batterij wordt geladen; laad de batterij totdat de groene LED uit gaat.
Rode LED = Batterij bijna leeg; de camera wordt binnen 3 minuten uitgeschakeld. Sluit de
voedingsadapter aan om de batterij op te laden en het gebruikt voort te zetten.
LED UIT = Batterij volledig opgeladen.
4. [Verbindingsindicator]
Knipperende LED = Paringsproces wordt uitgevoerd. Zie het deel [Geavanceerde bediening –
Paren van de camera] voor richtlijnen.
Oranje LED = Camera wordt ontvangen door de ontvanger. LED UIT = Camera is in de stand
gereed.
5. [Voedingsindicator]
LED gaat AAN wanneer de camera wordt ingeschakeld.
5