2. Wanneer het mobiele apparaat volledig opgeladen is, verwijder dan het
mobiele apparaat uit het batterijpack.
•
Plaats het mobiele apparaat niet op het batterijpack wanneer er
zich geleidende materialen, zoals metalen voorwerpen, magneten,
creditcard, OV-kaart of keycard bevinden tussen het mobiele
apparaat en het batterijpack. Het mobiele apparaat laadt mogelijk
niet goed op of kan oververhit raken, of het mobiele apparaat of de
kaarten kunnen beschadigd raken.
•
Wanneer geleidende materialen op het batterijpack worden
geplaatst, kan dit ruis veroorzaken.
•
De laadtijd kan variëren, afhankelijk van de laadomstandigheden.
•
U kunt de snellaadfunctie niet gebruiken wanneer u gelijktijdig
draadloos en via kabel oplaadt.
•
Wanneer de oplader is aangesloten, kunt u zowel draadloos
als via kabel opladen. Wanneer het opladen via kabel echter is
voltooid, kunt u draadloos opladen gebruiken voor de resterende
batterijlading. Als de batterijlading laag is, kan de draadloze
oplaadfunctie gedeactiveerd zijn.
•
Als u tijdens het draadloos opladen een oproep doet, kunnen zich
connectiviteitsproblemen voordoen. U moet eerst het mobiele
apparaat uit het batterijpack verwijderen.
78