Nummers voor de sneltoetsen opslaan
1.
Druk op één van de sneltoetsen A/B/C.
2.
Houd
ingedrukt totdat u een knipperende cursor ziet.
b
3.
Voer een naam (van maximaal tekens) in, zie
Tekens toetsenblok. Gebruik
tekens te wissen.
4.
Druk op
V
tweede regel van de display weergegeven.
5.
Voer een telefoonnummer (van maximaal 3 cijfers)
met behulp van het toetsenbord in. Gebruik
invoeren eventueel te wissen.
6.
Druk op
7.
Herhaal stappen -6 om nummers voor de andere
sneltoetsen op te slaan.
Nummers voor de sneltoetsen verwijderen
1.
Druk op één van de sneltoetsen A/B/C. Het opgeslagen
telefoonnummer wordt weergegeven.
2.
Houd
Nummerweergave en oproepgeheugen
Met nummerweergave kunt u zien wie er belt voordat u
de telefoon aanneemt en u kunt zien wie er heeft gebeld
toen u er niet was.
Opmerking!
Voor de functie Nummerweergave moet u een
abonnement hebben. Neem contact op met uw
telefoonmaatschappij voor meer informatie.
In het oproepgeheugen worden de laatste 5 inkomende en
5 uitgaande oproepen opgeslagen. Op de display worden
inkomende (beantwoorde) oproepen aangegeven met
uitgaande oproepen met
Door het oproepgeheugen bladeren
1.
Druk op
oproepgeheugen te bladeren. Het nummer en de tijd
van elke oproep worden weergegeven.
2.
Druk op
Nederlands
. Er wordt een knipperende cursor op de
om te bevestigen.
ingedrukt om de invoer te wissen.
en daarna op
om het oproepgeheugen af te sluiten.
om eventueel
.
/
om door het
v
V
5
om
en