Fig. 2
ZELFOPROLLENDE
SLANG
OPMERKING: Verwijder de lucht uit de tank wanneer u de
luchtslang verbindt of ontkoppelt.
BEDIENING
BATTERIJ (afzonderlijk verlicht)
BELANGRIJK! Het batterijpack is niet opgeladen bij
aankoop. Voor u de luchtcompressor voor het eerst
gebruikt, plaatst u het batterijpack in de batterlader en laadt
u het op. Zorg dat u alle veiligheidsvoorschriften leest en
volg de instructies in het deel Batterijoplader (afzonderlijk
verkocht).
Installatie (zie afbeelding 2.)
1. Lijn de tong (3) van het batterijpack af met de holte (4) in
de luchtcompressorbehuizing (afzonderlijk verkocht)
2. Neem de luchtcompressor (2) stevig vast.
3. Druk het batterijpack in het handvat tot de knipsluiting op
zijn plaats klikt (afzonderlijk verkocht)
4. Gebruik geen geweld wanneer u het batterijpack
installeert. Het pack moet op zijn plaats glijden en
"vastklikken" (afzonderlijk verkocht)
Verwijderen (zie afbeelding 2.)
1. Druk op de knipsluiting (1) op het batterijpack en houd
ingedrukt (afzonderlijk verkocht)
2. Neem de luchtcompressor (2) stevig vast en trek het
batterijpack uit de behuizing (afzonderlijk verkocht)
Opmerking: Het batterijpack past maar net in het handvat
om te voorkomen dat dit ongewild loskomt. Het kan
veel krachdt vergen om het te verwijderen (afzonderlijk
verkocht).
Fig. 4
2
3
4
Nederlands
WAARSCHUWING
• Vervang het batterijpack of de lader onmiddellijk als de
batterbehuizing is beschadigd (afzonderlijk verkocht)
• Zorg ervoor dat de schakelaar zich in de UIT-stand bevindt
voor u het batterijpack installeert of verwijdert (afzonderlijk
verkocht)
• Controleer dat het batterijpack is verwijderd en dat de
schakelaar zich in de UIT-stand bevindt voor u de machine
inspecteert, afstelt of onderhoudswerken uitvoert.
• Lees, begrijp en volg de instructies in het deel
"Laadprocedure".
OPSTARTEN
1.Voor elke start zorgt u ervoor dat de aan-/uitschakelaar
zich in de UIT-stand bevindt
2. Plaats de luchtcompressor op een vlak, effen oppervlak.
3.Laat de druk uit het systeem. Draineer het vocht uit de
tank door de luchttankdraineerklep langzaam te openen en
in de richting van de wijzers van de klok te draaien. Als al
het vocht werd verwijderd, sluit u de fitting stevig.
OPMERKING: De luchttank zal niet onder druk komen
terwijl de draineerklep open is.
4.Draai de drukregelknop volledig naar links om de
luchtstroom van de luchtuitlaatpoort te sluiten.
5.Maak de luchtslang en accessires vast.
WAARSCHUWING
Teveel luchtdruk kan leiden tot ontploffingsgevaar.
Controleer de maximale drukwaarde van de fabrikant voor
het gereedschap en de accessories. De regeluitlaatdruk
mag nooit hoger zijn dan de maximale drukwaarde.
6.Leg het batterijpack in de luchtcompressor (afzonderlijk
verkocht)
7.Schakel de compressor uitsluitend IN door de schakelaar
in de AUTO / AAN-stand te schuiven en de tankdruk te
laten stijgen. Als de luchtdruk de maximale vooringestelde
waarde bereikt ("afslagdruk"), zal hij automatisch
uitschakelen.
8.Draai de regelknop langzaam in de richting van de
wijzers van de klok om de luchtstroomport te openen tot de
1
gewenste uitlaatdruk is bereikt.
40
OPEN
Fig. 5
LUCHTTANK
DRUKMETER
GEREEDSCHAP
-SUITLAAT
DRUKMETER
OPMERKING: De luchtcompressor zal automatisch
opnieuw opstarten als de druk in de luchttank onder de
minimale vooringestelde waarde zakt ("aanslagdruk").
GEVAAR
Haal de controleklep, de tankuitlaatkleppen of veiligheidsklep
niet uit elkaar terwijl er zich lucht in de tank bevindt - laat de
lucht af. Wanneer u de druk van de tank niet lost, kan dit
leiden tot een ontploffing en/of ernstige letsels.
WAARSCHUWING
Laat uw vertrouwdheid met werktuigen u niet zorgeloos
maken. Vergeet niet dat zelfs één seconde onoplettendheid
ernstig lichamelijk letsel kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Draag altijd gezichtsbescherming met zijdelingse
beschermers. Er kunnen wegspattende deeltjes in uw ogen
komen en ernstig oog- of andere letsels veroorzaken als u
zich hier niet aan houdt.
WAARSCHUWING
Deze uitrusting bevat onderdelen, zoals knipschakelaars,
reservoirs en dergelijke die vlambogen of vonken produceren
en daarom, wanneer in een garage geplaatst, moet dit een
kamer of omsloten ruimte zijn die voor dit doeleinde werd
voorzien of moet zich 460 mm of meer boven de vloer
bevinden.
Nederlands
WAARSCHUWING
Verbind geen werktuigen met het open uiteinde van de slang
tot het opstarten voltooid is. Wanneer u een werktuig
voortijdig vastmaakt kan dit leiden tot het ongewild in werking
treden, wat ernstige letsels kan veroorzaken.
LET OP
Gebruik niet in een stofferige omgeving of een omgeving die
op een andere manier is vervuild. Het gebruik van de
luchtcompressor in dit type van omgeving kan schade aan
de machine veroorzaken.
TOEPASSINGEN
Luchtcompressoren worden voor verschillende
luchtsysteemtoepassingen gebruikt. Verbind slangen,
connectoren, luchtgereedschap en accessoires
naargelang de mogelijkheden van de luchtcompressor.
U kunt dit product gebruiken voor de volgende doeleinden:
• met enkele luchtaangedreven werktuigen
• met luchtaccessoires, zoals lucht mondstukken en
opblazers
• bedient enkele luchtaangedreven verfspuitproducten
AUTO/UIT
Zet de aan/uit-schakelaar in de auto-positie (I) om de
compressor in te schakelen. Om de luchtcompressor uit te
schakelen, schakelt u de aan/uit-schakelaar in de uit-positie
(O).
OPMERKING: Wanneer het station zich in de auto-positie
(I)bevindt, zal de luchtcompressor automatisch terug
ingeschakeld worden wanneer de tankluchtdruk onder de
vooringestelde drukgrens zakt. Deze zal ook opnieuw
uitschakelen wanneer de max. druk is bereikt.
LUCHTCOMPRESSOR RESETTEN
Wanneer de stroomsterkte in een luchtcompressor de
gespecificeerde stroomsterkte overschrijdt, zal de
luchtcompressor zich automatisch uitschakelen.
1. Zet het luchtstation uit.
2. Laat deze afkoelen voor u een reset uitvoert.
OPMERKING: Als de overladingsbescherming wordt
geactiveerd, moet de motor gedurende 30 minuten kunnen
afkoelen.
3. Zet het luchtstation aan.
WAARSCHUWING
Overschrijd nooit het nominaal drukvermogen van het
werktuig, zoals dit door de fabrikant werd aanbevolen.
Wanneer u deze luchtcompressor gebruikt als
opblaastoestel, volgt u altijd de maximale opblaasrichtlijnen
die worden opgegeven door de fabrikant van het voorwerp
dat wordt opgeblazen.
41