Montage
Afb. 1
Afb. 2
1. Plaats de afruimwagen op de zwenkwielen en
controleer of deze stabiel staat.
2. Je kan de afruimwagen stabiel maken met
behulp van de zwenkwielen, waarbij je deze
in- of uitdraait (Afb. 3).
3. Als je de afruimwagen op de gewenste plaats
opgesteld hebt, beveilig dan de 2 zwenkwielen met
de vastzetters, zodat de afruimwagen niet per
ongeluk kan worden verschoven of omkantelen.
Afb. 3
1. Monteer eerst de 4 dwarsverbindingen
boven- en onderaan aan een van de
zijkanten van de afruimwagen (Afb. 1).
Leg telkens een vierkante onderlegschijf
tussen de dwarsverbinding en de zijkant
alsook tussen de zijkant en de schroef,
draai deze dan met de inbussleutel vast.
2. Bevestig de 4 dwarsverbindingen aan
de tweede zijkant door middel van de
onderlegschijven en schroeven zoals
hierboven beschreven.
3.
Leg de afruimwagen op zijn zijde en
bevestig de wielblokken voor de
zwenkwielen aan de zijkanten.
Schroef vervolgens de zwenkwielen
in de zijkanten.
- 27 -