- De accu mag uitsluitend buiten het Ex-bereik worden vervangen.
- Het is niet toegestaan extra accu´ s naar het Ex-bereik mee te nemen.
- Uitsluitend de door de fabrikant opgegeven Ex-accumodule Ex-AM PMR 1000
mag worden gebruikt.
- Het gebruik van andere accu's is streng verboden en leidt ertoe dat de Ex-beveiliging niet
meer functioneert.
- De accu mag uitsluitend buiten het Ex-bereik met behulp van de bijbehorende lader
LS PMR 1000 en de daarbij behorende adapter PS PMR 1000 worden opgeladen.
- Er mogen alleen door ecom instruments GmbH goedgekeurde accessoires worden gebruikt.
- Zorg ervoor dat het apparaat niet naar explosieve bereiken van zone 0 wordt meegenomen.
5. Algemene veiligheidsinstructies
5.1 Verkeersveiligheid
Gebruik NOOIT een zendapparaat terwijl u een voertuig bestuurt. Zet het voertuig stil voordat
u een oproep beantwoordt of het apparaat zelf gaat gebruiken. U voorkomt dat het zendap-
paraat bij een botsing of een bruuske rembeweging door het voertuig vliegt door het appa-
raat niet los op de voorpassagiersstoel of iets dergelijks te leggen. Houd altijd in gedachten:
verkeersveiligheid voor alles!
5.2 Gebruiksomgeving
De specifieke voorschriften voor een bepaald bereik dienen altijd te worden opgevolgd. Het
zendapparaat moet altijd worden uitgeschakeld als het gebruik ervan verboden is of wan-
neer deze interferentie kan veroorzaken die tot gevaarlijke situaties kan leiden. Het apparaat
dient te worden gebruikt onder normale bedieningsomstandigheden. De magnetische onder-
delen van het zendapparaat kunnen metalen delen aantrekken. Om te voorkomen dat meta-
len delen door het zendapparaat worden aangetrokken, moet het apparaat altijd in een
geschikte houder worden geplaatst. Houd creditcards of andere magnetische gegevensdra-
gers uit de buurt van het zendapparaat om te voorkomen dat de gegevens op deze dragers
verloren gaan.
5.3 Elektronische apparatuur
Tegenwoordig zijn de meeste elektronische apparaten beschermd tegen zogeheten RF-sig-
nalen (radiofrequentie). Het kan echter gebeuren dat bepaalde elektronische apparaten niet
tegen de RF-signalen van uw zendapparaat zijn afgeschermd.
5.3.1 Pacemakers
Voor personen met een pacemaker geldt:
- Als het zendapparaat is ingeschakeld, moet een afstand van minimaal 20 cm tussen
zendapparaat en pacemaker worden bewaard.
- Gebruik het oor dat zich het verst van de pacemaker bevindt om het gevaar van
storingen te minimaliseren.
- Als u vermoedt dat er een storing optreedt in uw pacemaker, moet u het zendapparaat
onmiddellijk uitschakelen.
5.3.2 Gehoorapparaten
60
All manuals and user guides at all-guides.com