Anleitung_RPC_2045_SPK2:_
NL
Let op!
Bij het gebruik van materieel dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding zorgvuldig door. Bewaar
deze goed zodat u de informatie op elk moment kunt
terugvinden. Mocht u dit toestel aan andere
personen doorgeven, gelieve dan deze handleiding
mee te geven.
Wij zijn niet aansprakelijk voor ongevallen of schade
die te wijten zijn aan niet-naleving van deze
handleiding en van de veiligheidsinstructies.
1. Veiligheidsinstructies
De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u in
de bijgaande brochure.
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels tot
gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen voor de toekomst.
2. Beschrijving van het gereedschap
(fig. 1)
1. Geleiderail
2. Zaagketting
3. Kettingspanschroef
4. Aanslagklauw
5. Kettingremhendel / voorste handbeschermer
6. Voorste greep
7. Starterhandgreep
8. Bougie (onder de luchtfilterafdekking)
9. Luchtfilterafdekking
10. Stopschakelaar
11. Grendelknop
12. Olietankkap
13. Ventilatorhuis
14. Brandstoftankkap
15. Achterste greep / laarzenlus
16. Kettingbeschermer
17. Smoorhendel / (afstelling van de carburator)
18. Railbevestigingsmoer
19. Gashendel
20. Kettingvangelement
42
12.10.2011
7:46 Uhr
Seite 42
Veiligheidsfuncties (fig. 1)
2
ZAAGKETTING MET GERINGE TERUGSTOOT
helpt u terugstoten of hun kracht met speciaal
ontwikkelde veiligheidsinrichtingen op te vangen.
5
KETTINGREMHENDEL / HANDBESCHERMER
beschermt de linkerhand van de
bedieningspersoon mocht die bij draaiende zaag
wegglijden van de voorste greep.
5
KETTINGREM is een veiligheidsfunctie ter
vermindering van letsel als gevolg van
terugstoten; door deze rem wordt de roterende
zaagketting binnen milliseconden stilgezet. Ze
wordt geactiveerd door de
KETTINGREMHENDEL.
10 STOPSCHAKELAAR stopt de motor onmiddellijk
als hij uitgeschakeld wordt. De stopschakelar
dient op EIN (AAN) te worden gezet om de motor
(opnieuw) te starten.
11 VEILIGHEIDSLOSSER voorkomt een toevallige
verhoging van de motortoeren. De gashendel
(19) kan alleen worden ingedrukt als de
veiligheidslosser ingedrukt is.
20 KETTINGVANGELEMENT reduceert het
letselgevaar mocht de zaagketting bij draaiende
motor scheuren of ontglijden. Het
kettingvangelement dient om een om zich heen
slagende ketting op te vangen.
Aanwijzing: Maakt u zich vertrouwd met de zaag en
haar onderdelen.
3. Reglementair gebruik
De ketting is conform het reglementaire gebruik
uitsluitend bedoeld om er hout mee te zagen. Het
vellen van bomen mag enkel gebeuren mits
overeenkomstige opleiding. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade veroorzaakt door niet
reglementair gebruik of foutieve bediening.
Restrisico's
Er blijft altijd een bepaald restrisico bestaan dat niet
kan worden uitgesloten ook al wordt het toestel naar
behoren gebruikt. De volgende potentiële gevaren
kunnen worden afgeleid uit de soort en de constructie
van het toestel:
Contact met de onbeschermde zaagketting
(snijletsels)
Grijpen in de draaiende zaagketting (snijletsels)
Onvoorziene, plotse beweging van het
zaagzwaard (snijletsel)
Wegspringen van stukken van de zaagketting
Wegspringen van stukken van het snoeigoed