voeding naar het referentiestation uit te schakelen als er
gevaar voor onweer bestaat. Sluit de voeding weer aan
als er geen gevaar voor onweer is.
58.1 Inleiding - installatie
WAARSCHUWING:
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u het product monteert.
OPGELET:
Gebruik originele
reserveonderdelen en origineel
installatiemateriaal.
Let op:
Zie www.husqvarna.com voor meer
informatie over de installatie.
58.2 Onderzoeken waar het laadstation
moet worden geplaatst
OPGELET:
Als zich in de buurt een
bliksemafleider bevindt, mag u het
referentiestation niet hoger installeren dan
de bliksemafleider.
OPGELET:
Installeer het
referentiestation niet op een vlaggenmast.
Bewegingen van het referentiestation
beïnvloeden de correctiegegevens die met
de juiste positie naar het product worden
gestuurd.
•
Installeer het referentiestation op een vast object
dat niet kan bewegen of draaien.
•
Installeer het referentiestation op een paal of een
muur. De paal moet 32-55 een diameter van mm /
1.26-2.16 inch hebben om de opzetstukken op het
referentiestation te kunnen plaatsen.
Let op:
Als het referentiestation aan een muur
wordt gemonteerd, moet de bovenkant van het
referentiestation zich boven de muur bevinden. Er
mag geen metaal in de muur zitten.
•
Het referentiestation moet volledig zicht op de
lucht hebben. De lucht moet onbelemmerd
zichtbaar zijn in alle richtingen boven een
elevatiehoek van 10°.
1512 - 002 - 08.11.2021
58 Installatie
Zorg dat u het
10°
•
Installeer het referentiestation op een
minimumhoogte van m 2.5 / 8 ft.
•
De maximale afstand tussen het referentiestation
en het product is 500 m/ 1640 ft. bij een vrije
zichtlijn. Objecten tussen het referentiestation en
het product verkleinen de afstand.
•
Installeer het referentiestation waar het
radiosignaal alle delen van het werkgebied bereikt.
Grote objecten kunnen de radiosignalen blokkeren.
•
Het wordt voor een optimale prestatie aanbevolen
om een vrij zicht te hebben tussen het product en
het referentiestation.
•
Speciale instellingen zijn nodig als het gebied
meer dan een robotmaaier en referentiestation
heeft. Neem contact op met een Husqvarna-
vertegenwoordiger bij u in de buurt voor meer
informatie.
58.3 Onderzoeken waar de voeding
moet worden geplaatst
•
Plaats de voeding in een gebied met een dak en
bescherming tegen de zon en de regen.
•
Plaats de voeding in een gebied met een goede
luchtstroom.
•
Gebruik een aardlekschakelaar wanneer u de
voeding aansluit op het stopcontact.
160°
WAARSCHUWING:
laagspanningskabel niet doorsnijden. Er
bestaat een gevaar voor elektrische
schokken.
OPGELET:
Zorg ervoor dat de messen
van de robotmaaier de stroomkabels niet
doorsnijden.
10°
U mag de
Installatie - 67