11.3 Zoom
De Zoom-functie geeft een gedetailleerder beeld op
het scherm door een specifiek gebied van het beeld
te vergroten.
Wanneer u Zoom gebruikt, wordt het scherm
gesplitst en wordt het ingezoomde beeld naast het
standaard beeld weergegeven.
Sonar-toepassing
Hiermee kunt u:
• een gebied selecteren van de standaard weergave
dat wordt vergroot en ernaast getoond.
• de zoom-factor verhogen en verlagen.
De ingezoomde sectie wordt door middel van een
zoom-kader aangegeven op het standaard scherm.
De zoom-factor aanpassen
Om de Zoom-factor en het gebied aan te passen
volgt u de onderstaande stappen.
Doe het volgende wanneer de standaard weergave
wordt weergegeven:
1. Draai de draaiknop met de klok mee om de
Zoom-modus in te schakelen.
2. Wanneer u daarna verder draait met de
draaiknop wordt de Zoom-factor verhoogd
3. Wanneer u de draaiknop tegen de klok in
draait, wordt de Zoom-factor verlaagd en keert
uiteindelijk terug naar normale weergave.
Een Zoom-gebied selecteren
Wanneer u Zoom gebruikt, kan het gebied dat in het
vergrootte deel van het scherm wordt weergegeven
worden gewijzigd.
Doe het volgende wanneer Zoom is ingeschakeld:
1. Gebruik de richtingsknoppen omhoog en
omlaag om het vergrootte deel omhoog en
omlaag te bewegen in de waterkolom.
86
DownVision-toepassing
11.4 Afstand
Met de functie Range (Bereik) kunt u het bereik van
de diepte die op het scherm wordt weergegeven
veranderen. Wanneer van toepassingen, worden
veranderingen in het bereik zowel in de Sonar- als in
de DownVision
TM
-toepassing doorgevoerd.
Standaard is het bereik ingesteld op automatisch,
hiermee wordt het bereik aangepast om ervoor te
zorgen dat de bodem altijd op het scherm wordt
weergegeven. Dit is handig voor het opsporen van
grotere vissen en andere objecten die zich dichter bij
de bodem bevinden, zoals wrakken.
Met Manual Range (Handmatig bereik) kunt u de
Shallow range depth (Diepte ondieptebereik) en de
Deep range depth (Diepte dieptebereik) specificeren
waarmee het gebied dat op het scherm wordt
weergegeven wordt gedefinieerd.
Sonar-toepassing
Au-
toma-
tisch
bereik
Hand-
matig
bereik
Schakelen tussen Automatisch en
Handmatig bereik
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Range (Bereik).
2. Selecteer Range (Bereik): om te schakelen
tussen Auto (Automatisch) en Man (Handmatig).
3. Wanneer de handmatige modus is geselecteerd
kunt u het dieptebereik dat op het scherm wordt
weergegeven aanpassen.
Bereik handmatig aanpassen
Om het dieptegebied dat moet worden weergegeven
te specificeren volgt u de onderstaande stappen.
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Bereik.
2. Selecteer Range: (Bereik:) zodat Man
(Handmatig) is geselecteerd.
3. Selecteer Shallow Range (Ondieptebereik).
Het ondieptebereik bepaalt de diepte die
bovenaan het scherm wordt weergegeven.
4. Stel Shallow Range (Ondieptebereik) in op de
gewenste diepte.
5. Selecteer Deep Range (Dieptebereik).
Het dieptebereik bepaalt de diepte die onderaan
het scherm wordt weergegeven.
6. Stel Deep Range (Dieptebereik) in op de
gewenste diepte.
DownVision
TM
-
toepassing
Dragonfly 6 / Dragonfly 7 — New features