Voedingsspanning
De machine mag uitsluitend worden aangesloten op de spanning die op het
typeplaatje staat vermeld en werkt uitsluitend met eenfasewisselspanning. Het
apparaat is dubbel randgeaard volgens de Europese richtlijnen en kan daardoor
ook worden aangesloten op contactdozen zonder massakabel.
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren met voldoende dwarsdoorsnede. Een te
kleine
dwarsdoorsnede
oververhitting van machine en netsnoer leiden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle voorschriften.
Als de waarschuwingen en voorschriften niet worden opgevolgd, kan dit een
elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor toekomstig gebruik.
EXTRA VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DE MACHINE:
1. Indien bij het werk het aansluitsnoer beschadigd of doorgeknipt wordt, mag
u het niet aanraken, maar moet u onmiddellijk de netstekker uittrekken.
Apparaat nooit met beschadigd aansluitsnoer bedienen.
2. Het apparaat mag niet vochtig zijn en niet in een vochtige omgeving
bediend worden.
3. Gebruik het apparaat niet voor het mengen van explosieve of licht
ontvlambare stoffen of in de omgeving daarvan.
4. Draag het apparaat nooit aan het snoer.
5. Telkens vóór gebruik apparaat, snoer en stekker controleren. Laat
beschadigingen uitsluitend door een vakman verhelpen. Stekker uitsluitend
bij een uitgeschakelde machine in de contactdoos steken.
6. Bedien het apparaat in de open lucht enkel via een aardlekschakelaar met
max. 30 mA.
7. Laat het roerapparaat uitsluitend onder toezicht werken.
8. Trek de netstekker uit en controleer dat de schakelaar uitgeschakeld is
wanneer het roerapparaat zonder toezicht blijft, bijvoorbeeld bij montage- en
demontagewerkzaamheden, bij spanningsverlies, bij het gebruik c.q. de
montage van accessoires.
9. Schakel de machine uit wanneer ze om één of andere reden blijft stilstaan.
U vermijdt daardoor een plotse start in een toestand zonder toezicht.
10. Snoer altijd langs achter van de machine weg leiden.
11. Gebruik het apparaat niet als een deel van de behuizing defect is c.q. bij
beschadigingen aan schakelaar, voedingsdraad of stekker.
12. Elektrisch gereedschap moet op regelmatige tijdstippen aan een inspectie
door een vakman onderworpen worden.
13. Niet in roterende onderdelen grijpen.
14. Wees voorzichtig met lang haar. Uitsluitend met nauw aansluitende kledij
werken.
15. Manipulaties aan het apparaat zijn niet toegestaan.
16. Houd de handgrepen droog, netjes en vrij van olie en vet.
17. Tijdens de handmatige werking apparaat altijd met beide handen
vasthouden en een veilige plaats innemen. Neem het reactiemoment van de
machine in acht.
kan
tot
buitensporig
rendementsverlies
en
tot