- Via de pakkingsbus (2), trekt u de draden vanaf de hoorn en die van de schootplaat en die van de bediening van
het automatisme erdoor heen.
2. Bevestig de straatunit op de pilaar met behulp van de 2 schroeven in de gaten (3).
3. Sluit de draden op het kastje aan (4).
4. 2 instellingen die toegankelijk zijn aan de bovenkant van de straatunit: Om de instellingen te wijzigen, gebruikt u
een kleine schroevendraaier en draait u voorzichtig de aanslagen, zonder te forceren.
(fig. 2b - 8) naar links, het afstellen van het volume voor de luidspreker van de straatunit.
(fig. 2b - 9) naar rechts, afstelling van het volume voor de luidspreker van de hoorn
5. Verwijder jumper 'JP3' om de dubbele woningen-modus te activeren (zie hoofdstuk 5d. Activeren van de dubbele
woningen-modus)
6. Breng de voorste plaat op zijn plaats terug en vergrendel deze door de 2 schroeven onderaan de straatunit (3)
opnieuw te bevestigen.
Goed de voorkant in de automatische nokjes plaatsen die bovenin in het belplaatje zitten.
Belangrijk:
Maak een siliconenafdichting op de bovenste helft tussen de straatunit en de muur. (fig.3)
Niet de onderste helft met siliconen bewerken om condensatie en vroegtijdige oxidatie van de elektronica te
voorkomen.
b. Bevestiging van de hoorn
- Het bevestigingsrooster vrijmaken
- Het rooster op de muur bevestigen met 2 schroeven
- De draden aansluiten volgens het draadschema (fig. 5)
- De hoorn weer op de muursteun plaatsen.
- Instelling van het belniveau: Met de 2-standen cursor aan de zijkant van de hoorn kan tussen 2 belniveaus worden
gekozen.
c. Plaats ing van de voeding (
- Bevestiging op een DIN rail in een modulair bord of op een steun met de 2 zwarte pootjes die op de zijkanten
van de voeding worden geklikt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Der Trafo muß unbedingt auf der DIN-Schiene einer Elektrotafel befestigt oder mithilfe der beiden dazu
vorgesehenen Löcher auf eine nicht metallische Befestigungsfläche Aufputz montiert werden. Am Trafo sind
unbedingt die Klemmenabdeckplatten anzubringen. Außerdem darf der Trafo nur an eine vorschriftsgemäß
verlegte Elektroinstallation (in Frankreich gemäß Norm NFC 15-100) und auch auch ERST NACH VOLL-
STÄNDIGER VERDRAHTUNG angeschlossen werden.
De polariteit moet gerespecteerd worden bij het aansluiten op de hoorn.
5. BEDRADING
Zie het draadschema (fig. 5).
a. Aansluiting van de intercom
Om een slechte werking of storingen te vermijden, de draden "met lage stroom" niet door dezelfde koker voeren
als de draden met sterke stroom.
1. De draden goed aansluiten volgens het draadschema
2. Om de straatunit aan te sluiten, zijn 2 draden nodig voor de functies : oproep, communicatie en deuropener.
Afstand tussen de straatunit en de laatste hoorn
• Van 0 tot 25m
• Van 25 tot 100 m
Opgelet : de draden in geen geval verdubbelen om de doorsnede te vergroten.
NL3
Bevestig geen schroeven in het gat van de microfoon (4, fig.2b).
(fig. 4a en 4b)
fig. 4c)
CFI EXTEL BUS PRO 2 - 12/2011
Geschikte draden gebruiken
2 draden 6/10e
2
2 draden 1.5 mm