Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele
!
reparatie altijd contact op met uw dealer. Indien het elektriciteitssnoer
beschadigd is, mag alleen een erkend installateur dit vervangen door het type
H05 VV-F.
N
OPSLAG (EINDE STOOKSEIZOEN)
Wij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te
branden. Berg de kachel aan het einde van het stookseizoen stofvrij op, zo mogelijk
met gebruik van de originele verpakkingsmaterialen.
Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer gebruiken.
Maak deze dus op. Houdt u toch wat over, gooi deze brandstof dan niet weg, maar
volg de regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval.
Begin het nieuwe stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof en raadpleeg
deze gebruiksaanwijzing (zie hoofdstuk A).
O
VERVOER
Om te voorkomen dat uw kachel tijdens het transport brandstof lekt, moet u de
volgende maatregelen nemen:
1 Laat de kachel afkoelen.
2
Haal de wisseltank
hoofdstuk M, fig. M). Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand.
Bewaar het brandstofzeefje en de wisseltank buiten de kachel.
3 Duw de transportdop op de plaats van het brandstofzeefje (fig. N) en druk
deze goed aan. De transportdop zal, zoveel mogelijk, voorkomen dat
brandstof uit de kachel lekt gedurende transport.
4 Vervoer de kachel altijd rechtop.
5 Leeg de vaste tank met een brandstofpomp voorafgaand aan transport of in
het geval van gebruik van verkeerde of verontreinigde brandstof. Verwijder
eerst de brandstoffilter en plaats de brandstofpomp in de vaste brandstof-
tank. Volg deze procedure ook indien er water in de brandstoftank zit.
1
46
uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (zie
N
Transportdop