de lagers zou kunnen binnendringen
en schade zou kunnen veroorzaken.
12. Verbind de connector (afb. 14.B)
aan de contactdoos (afb. 14.A).
7.3 MOEREN EN SCHROEVEN
VOOR BEVESTIGING
• Houd de schroeven en moeren goed
vastgedraaid, om er zeker van te zijn
dat de machine altijd veilig werkt
• Controleer regelmatig of de bevestigingsbouten
van de afvoer correct vastgedraaid zijn.
7.4 REINIGING
• Zet de snijgroep in de positie voor reiniging.
• Reinig het onderste deel van de snijgroep
voorzichtig met water en een borstel.
BELANGRIJK Gebruik nooit
hogedruk water. Dit zou de elektrische
onderdelen kunnen beschadigen.
• Als de verf door het gebruik op sommige
plekken gekrast of weggegaan is, moet men
dit retoucheren wanneer de oppervlakken
helemaal droog en schoon zijn.
8. BUITENGEWOON ONDERHOUD
8.1 CONTROLE EN VERVANGING
SNIJ-INRICHTINGEN
OPMERKING Een botte snij-inrichting
rukt het gras uit een veroorzaakt
de vergeling van het gazon.
Alle handelingen die betrekking hebben
op de snij-inrichtingen (demontage,
slijpen, in balans brengen, herstelling,
hermontage en/of vervanging) vergen
een specifieke vaardigheid en het
gebruik van geschikt gereedschap; uit
veiligheidsoverwegingen moeten deze
handelingen daarom steeds uitgevoerd
worden in een Gespecialiseerd centrum.
Laat de beschadigde, geplooide
of versleten snij-inrichtingen steeds
als geheel vervangen, samen met de
schroeven, om de balans te behouden.
BELANGRIJK Het is raadzaam dat de
messen per koppel vervangen worden, vooral
in geval van duidelijke verschillen in de slijtage.
BELANGRIJK Gebruik steeds originele
snij-inrichtingen, met de code aangegeven
in de tabel "Technische Gegevens".
Gezien de ontwikkeling van het product,
kunnen de snij-inrichtingen aangegeven in
de "Technische Gegevens" in de loop van
de tijd vervangen worden door andere, met
soortgelijke eigenschappen voor wat betreft
verwisselbaarheid en functionele veiligheid.
8.2 CONTROLE EN VERVANGING
TRANSMISSIERIEM SNIJ-
INRICHTINGEN
Controleer of de riem intact is en geen
tekens van slijtage vertoont. Indien de riem
beschadigd of versleten is, moet ze vervangen
worden. Contacteer, voor de vervanging,
het geautoriseerde dienstcentrum.
9. STALLING
Wanneer de machine gedurende meer dan
30 dagen opgeborgen moet worden:
1. Reinig het toebehoren zorgvuldig.
2. Controleer of het toebehoren geen
schade vertoont. Voer, indien
nodig, de herstellingen uit.
3. Als de verf beschadigd is, moet men ze
retoucheren om roest te voorkomen.
4. Bescherm de metalen oppervlakken
die blootgesteld zijn aan roest.
5. Berg het toebehoren in een gesloten
omgeving op, indien mogelijk.
6. Men raadt aan de machine te stallen
met de snijgroep in werkpositie of in de
stand voor vervoer, om beschadiging
aan de transmissieriem te vermijden
(Zie ook de instructies in de handleiding
van de grasmaaier met zittende
bediener met voorwaartse snit).
10. ASSISTENTIE EN HERSTELLINGEN
Deze handleiding verstrekt alle gegevens
die u nodig hebt om de machine te kunnen
gebruiken en om er op de juiste manier
eenvoudige onderhoudswerkzaamheden
aan te kunnen verrichten, die de gebruiker
zelf kan uitvoeren. Alle afstellingen en
onderhoudshandelingen die niet beschreven zijn
in deze handleiding moeten uitgevoerd worden
door uw Verkoper of in een gespecialiseerd
Centrum dat beschikt over de nodige kennis
en uitrustingen om de werken correct uit te
NL - 9