Scherm
1. Manueel: Deze indicator gaat branden wanneer de ontvanger zich in Manuele modus bevindt,
zodat u het kanaal manueel kunt selecteren. Gebruik de knoppen omhoog/omlaag () om te
bladeren door de verschillende modi.
2. Scan: Deze indicator gaat branden wanneer de ontvanger zich in Autoscan-modus bevindt. In
deze modus kiest de ontvanger automatisch het kanaal met de meest duidelijke en sterke
ontvangst.
3. Preset: Deze indicator gaat branden wanneer de ontvanger zich in Preset-modus bevindt. In
deze modus kunt u een vooraf ingestelde groep kanalen selecteren, zodat u niet de volledige
frequentieband hoeft te scannen.
4. Sync: Deze indicator gaat branden wanneer de zender en de ontvanger gesynchroniseerd zijn.
5. GP (P1, P2, P3, P4): Dit is de huidige groep voorinstellingen.
6. CH (1–8): Dit is het huidige kanaal met voorinstellingen.
7. CH (regiogebonden): Dit is het huidige kanaalnummer. Het aantal beschikbare kanalen hangt af
van uw regio.
8. Freq: Dit is de huidige frequentie in MHz.
9. Dempen: Deze indicator gaat branden wanneer het audiosignaal wordt gedempt.
10. RF: Deze meter geeft het huidige ontvangstniveau weer tussen zender en ontvanger.
11. AF: Deze meter toont het huidige signaalniveau, verstuurd van de audio-uitgangen van de
ontvanger.
Achterpaneel
1. Audio-uitgang (XLR): Gebruik een standaard XLR-kabel om deze gebalanceerde uitgang aan te
sluiten op uw mixer, PA-systeem, enz.
2. Audio-uitgang (6,35 mm): Gebruik een standaard 6,35mm-kabel om deze gebalanceerde
uitgang aan te sluiten op uw gitaarversterker, mixer, PA-systeem, enz.
3. Keuzeschakelaar Line/Mic: Gebruik deze schakelaar om te selecteren of het uitgangssignaal
van de ontvanger zich op lijn- of microfoonniveau bevindt. Zet deze schakelaar op Line wanneer
u verbinding maakt met een gebalanceerde ingang op lijnniveau (bv. de XLR- of 6,35 mm TRS-
ingang van een mixer) of de actieve instrumentingang met lage impedantie van de versterker van
een instrument. Zet deze schakelaar op Mic wanneer u verbinding maakt met een
instrumentingang met hoge impedantie op een versterker van een instrument.
4. Ruis: Draai aan deze knop om de ruisdrempel in te stellen.
5. Stroomingang: Gebruik de meegeleverde stroomadapter (12 V, 1 A, middelste pin is positief)
om deze ingang aan te sluiten op uw stroombron.
52
5
7
GR
1 2 3 4
Ch
FREQ
RF AF
CH
MANUAL
SCAN
11 1 2 3
10
1
2
3 4
6
9
1 2 3 4
5 6 7 8
MUTE SYNC
4
MHz
PRESET
8
5