bewegingen op te vangen – houd beide handen
gereed.
- Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in even-
wicht blijft.
- Voorkom dat het apparaat onbedoeld wordt inge-
schakeld. Bedien de trekker (9) niet wanneer de
luchtvoorziening wordt onderbroken.
- Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbe-
volen smeermiddelen.
- Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting en
altijd een veiligheidsbril en gehoorbescherming.
Het dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrus-
ting, zoals slipvrije veiligheidsschoenen, vermin-
dert het risico op letsel.
- Richt een gebruiksklaar indrijfapparaat nooit
direct op uzelf of op andere personen.
- Houd het indrijfapparaat bij het werken zo vast,
dat hoofd en lichaam bij een mogelijke terugslag
geen letsel kunnen oplopen.
- Stel het indrijfapparaat nooit in een vrije ruimte in
werking.
- Draag het indrijfapparaat in bedrijfsklare toestand
alleen aan de handgreep (10) en nooit met de
trekker ingedrukt (9).
- Let op de omstandigheden van de werkruimte.
Inslagvoorwerpen kunnen eventueel dunne werk-
stukken doorboren of bij het werken aan hoeken
en randen wegglijden van werkstukken en daarbij
personen in gevaar brengen.
4.3
Gevaar door toebehoren/inslagvoorwer-
pen
- Maak het persluchtgereedschap los van de lucht-
voorziening, voordat u de beschermkap (1)
plaatst of verwijdert.
- Gebruik alleen inslagvoorwerpen die voor dit
apparaat bestemd zijn en voldoen aan de in deze
gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
4.4
Gevaar op de werkplek
- Het meeste letsel op de werkplek wordt veroor-
zaakt door uitglijden, struikelen of vallen. Let op
oppervlakken die door het gebruik van het pers-
luchtgereedschap wellicht glad zijn geworden en
op het mogelijke gevaar van struikelen door de
luchtslang.
- Ga in een onbekende omgeving voorzichtig te
werk. Er kan sprake zijn van verborgen gevaar
door stroomkabels of andere voedingsleidingen.
- Het persluchtgereedschap is niet bestemd voor
gebruik in een explosieve omgeving en niet geïso-
leerd tegen contact met elektrische stroom-
bronnen.
- Controleer (bijv. met behulp van een metaalde-
tector) of er op de plaats die bewerkt moet worden
geen stroom-, water- of gasleidingen aanwezig
zijn.
4.5
Gevaar door geluid
- De invloed van hoge geluidsniveaus kan bij onvol-
doende gehoorbescherming leiden tot perma-
nente gehoorschade, gehoorverlies en andere
problemen, zoals tinnitus (bellen, suizen, fluiten of
zoemen in het oor).
- Het is beslist noodzakelijk een risicoanalyse van
deze gevaren te maken en deze om te zetten in
passende regelgeving.
- Door een adequate vormgeving van de werkplek,
bijv. door werkstukken op een geluiddempende
ondergrond te leggen, kan het geluidsniveau ook
worden verminderd.
- Gebruik gehoorbeschermende voorzieningen
volgens de aanwijzingen van uw werkgever of
zoals vereist in de voorschriften voor de veiligheid
op het werk en ter bescherming van uw gezond-
heid.
- Het persluchtgereedschap dient te worden
bediend en onderhouden volgens de aanbeve-
lingen in deze gebruiksaanwijzing, om een onno-
dige verhoging van het geluidsniveau te voor-
komen.
- Het verbruiksmateriaal en inzetgereedschap moet
volgens de aanbevelingen van deze gebruiks-
handleiding worden gekozen, onderhouden en
vervangen om een onnodige verhoging van het
geluidsniveau te voorkomen.
- De geïntegreerde geluidsdemper mag niet
worden verwijderd en moet zich in een goede
werktoestand bevinden.
4.6
Extra veiligheidsvoorschriften
- Perslucht kan leiden tot ernstig letsel.
- Wanneer het persluchtgereedschap niet in
gebruik is, is het altijd vereist om de luchttoevoer
af te sluiten, de luchtslang drukloos te maken en
het persluchtgereedschap te scheiden van de
persluchttoevoer, voordat toebehoren worden
vervangen of reparaties worden uitgevoerd.
- Richt de luchtstroom nooit op uzelf of op andere
personen.
- Rondslaande slangen kunnen tot ernstig letsel
leiden. Controleer daarom altijd of de slangen en
het bevestigingsmateriaal beschadigd of losge-
raakt zijn.
- Bij universele draaikoppelingen (klauwkoppe-
lingen) dient u gebruik te maken van arrêteer-
pennen en Whipcheck-slangbeveiligingen om
bescherming te bieden voor het geval dat een
verbinding van de slang met het persluchtgereed-
schap of tussen slangen defect raakt.
- Zorg ervoor dat de op het persluchtgereedschap
aangegeven maximale druk niet wordt over-
schreden.
- Draag persluchtgereedschap nooit bij de slang.
4.7
Overige veiligheidsvoorschriften
- Neem de eventueel speciale bedrijfsveiligheids-
of ongevalpreventievoorschriften voor de omgang
met compressoren en persluchtgereedschap in
acht.
- Zorg ervoor dat de in de Technische gegevens
aangegeven maximaal toelaatbare werkdruk niet
wordt overschreden.
- Zorg dat u het gereedschap niet overbelast –
gebruik het alleen binnen het vermogensbereik
dat in de Technische gegevens vermeld wordt.
- Gebruik geen twijfelachtige smeermiddelen. Zorg
voor voldoende ventilatie van de werkplek. Bij
verhoogde uittreding: persluchtgereedschap
controleren en eventueel laten repareren.
NEDERLANDS nl
23