6. Apparaat voorbereiden/opstellen
Verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer het apparaat op eventuele
beschadigingen voordat u het in gebruik neemt.
Waarschuwing!
Brandgevaar!
Het koelsysteem van het apparaat bevat het natuurlijke
koelmiddel propaan R-290.
Om bij beschadiging van het koelsysteem voor vol-
doende lucht te zorgen, moet de ruimte voor ge-
bruik, opslag en installatie minimaal 7 m² groot zijn.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die staan
vermeld bij "Aanwijzingen voor koelmiddel".
Plaats het apparaat op een stabiele,
vlakke ondergrond met minstens 50
cm vrije ruimte rondom het apparaat,
zodat er een goede luchtcirculatie is.
Laat het apparaat minimaal 24 uur
rechtop staan voordat u het inschakelt.
Gebruik het apparaat alleen bij een
omgevingstemperatuur tussen 5 °C en
35 °C.
Neem de aanwijzingen in acht die staan vermeld bij "Productspecifieke gevaren".
6.1. Condensaatafvoerslang monteren
Het condenswater kan automatisch in een geschikt reservoir of in een afvoer wor-
den geleid.
Verwijder de sluiting van de condensaatafvoeropening.
Sluit de condensaatafvoerslang goed aan volgens de aanwijzingen en zorg er-
voor dat de slang niet is geknikt en vrij is van obstakels.
Leg de uitlaat van de condensafvoerslang in een afvoer of reservoir en zorg er-
voor dat het water ongehinderd uit het apparaat kan stromen.
Dompel het uiteinde van de slang niet in water, omdat anders een 'luchtsluis' in
de slang kan ontstaan.
Om lekken van water te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de slang een ver-
val heeft van minstens 20 %.
Maak de slang vast bij de afvoer of het reservoir om ongecontroleerd wegstro-
men van het water te voorkomen omdat de waterdruk vrij hoog is en de slang
kan bewegen.
124