1.
Monteer de standaard, zie afbeelding A 1.
2.
Sluit het apparaat aan, zie afbeelding A 2.
Het apparaat start.
Het bedrijfslogo verschijnt en blijft 2-3 minuten zichtbaar.
Op het display verschijnt de mededeling dat er wordt gezocht naar
provisioning-gegevens. Tegelijkertijd wordt het IP-adres van de telefoon
weergegeven.
3.
Noteer het IP-adres.
4.
Druk de softkey Cancel in.
U komt dan in het menu First setup.
Opmerking: Voer de instellingen vervolgens als volgt uit:
• Navigeer door de lijsten met de pijltoetsen ▲▼.
• Voer cijfers en tekens in met het toetsenblok.
• Bevestig uw keuze of invoer met OK
Taal en locatie instellen
1.
Druk de softkey Country in.
2.
Open Phone language.
3.
Stel de taal voor de telefoon in (hier: Nederlands).
De menutaal wordt gewijzigd.
4.
Open Locatie.
5.
Stel de gebruikslocatie van de telefoon in.
6.
Open Taal configuratiemgr..
7.
Stel de taal voor de configuratiemanager in.
8.
Druk op Terug
U komt dan in het menu Eerste configuratie.
9.
Voor de verdere configuratie hebt u de volgende alternatieven:
• Druk de softkey OK in om verdere instellingen op de telefoon vast te
leggen. Zie Identiteit op de telefoon instellen.
• Druk de softkey WebUI in om Toegang > Web-administratie (https) te
activeren. Verdere instellingen kunt u nu ook heel gemakkelijk
vastleggen met behulp van de configuratiemanager. Zie
Configuratiemanager openen.
Het menu Eerste configuratie wordt gesloten.
Identiteit op de telefoon instellen
1.
Open Menu > Instellingen > Identiteiten.
Er verschijnt nu een lijst met niet-ingestelde identiteiten.
2.
Open een niet-ingestelde identiteit.
3.
Voer vervolgens de gevraagde gegevens in. Welke dit zijn, is afhankelijk
van de bedrijfsmodus.
Opmerking: Druk voor het invoeren van getallen de cijfertoetsen lang
in.
in.
.