NL
1. Controleer of de stof van het kledingstuk doorlatend is, zodat stoom zich niet
ophoopt op het kledingstuk en het nat maakt.
2. Controleer de zakken van het kledingstuk dat u wilt strijken en zorg ervoor dat
er niks in zit.
3. Controleer de achterkant van het kledingstuk om te zien of er dingen zijn die
gemakkelijk beschadigd worden door de stoom.
4. De stomer mag niet worden gebruikt op metalen kledingstukken, omdat het kan
ze doen vervagen.
5. Wanneer u de stoomschakelaar indrukt, voelt u een trilling en een zacht gezoem.
Dit is een normaal tekenen van werking.
6. Beweeg tijdens het strijken het oppervlak dat aan het stomen is op en neer over
de inkepingen in de kleren.
7. Als de machine luider wordt en er komt geen stoom uit, betekent dit dat er geen
water in de reservoir zit. Controleer het waterpeil en voeg zo nodig water toe.
8. Als je de stoomschakelaar loslaat, zal de stoom niet meer stromen. Als de knop
eerder is vergrendeld, moet hij eerst worden ontgrendeld om de stoom uit te
schakelen. Om dit te doen druk daarvoor op de knop en schuif hem naar boven.
Na elk gebruik:
1. Als u de stomer niet meer wilt gebruiken, laat u de stoomschakelaar los. Als de
knop eerder was vergrendeld, moet u hem eerst ontgrendelen om de stoom uit
te schakelen. Om dit te doen, drukt u op de knop en schuift u hem naar boven.
2. Druk op de aan/uit-knop of trek de stekker uit het stopcontact.
3. Trek de waterreservoir eruit en giet eruit wat er nog van over is.
4. Zet het apparaat rechtop op een vlakke ondergrond om af te koelen.
Reiniging en onderhoud:
1. Verwijder de textielborstel op de stoomkop en was dit oppervlak vervolgens
met een natte doek.
2. Gebruik geen oplosmiddelen, roest verwijderaars of agressieve schoonmaakmiddelen.
3. Dompel het stoompistool niet onder in water of andere vloeistoffen.
4. Bescherm de apparatuur tegen vallen. Laat het niet vallen en probeer het niet te
buigen. Haal de elektronica niet uit elkaar.
5. Leeg het waterreservoir na elk gebruik.
6. Bewaar het stoompistool niet op een vochtige plaats.
7. Stel het stoomapparaat niet bloot aan direct zonlicht.
8. Zorg ervoor dat de stoomuitlaten schoon, onbelemmerd en vrij van aanslag zijn.
9. Het stoomapparaat moet rechtop worden bewaard.
10. De apparatuur moet naar een geschikt recyclingcentrum worden gebracht voor
vernietiging.