Stap 1: Voordat u gaat installeren
Voordat u uw afdrukserver installeert, dient u ervoor te zorgen dat uw printer correct is geïnstalleerd:
• De printer is aangesloten op een stopcontact.
• De printer is uitgeschakeld.
• De toner- of printcartridges zijn geïnstalleerd.
• Het papier is geplaatst.
• De printer bevindt zich dichtbij een Ethernet-netwerkverbinding.
• De printer is niet aangesloten op een ander apparaat.
Raadpleeg de documentatie bij uw printer voor meer informatie hierover.
Stap 2: Sluit de afdrukserver aan op het netwerk.
Selecteer de configuratie die van toepassing is op uw huidige installatie.
Opmerking: hiervoor is een Ethernet-kabel vereist. Deze kabel is niet met uw afdrukserver meegeleverd. U moet
deze kabel zelf aanschaffen.
1